Tin (element)

Tin / Stannum
1 18
1 H 2 Periodiek systeem 13 14 15 16 17 He
2 Li Be B C N O F Ne
3 Na Mg 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Al Si P S Cl Ar
4 K Ca Sc Ti V Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ga Ge As Se Br Kr
5 Rb Sr Y Zr Nb Mo Tc Ru Rh Pd Ag Cd In Sn Sb Te I Xe
6 Cs Ba Hf Ta W Re Os Ir Pt Au Hg Tl Pb Bi Po At Rn
7 Fr Ra ↓↓ Rf Db Sg Bh Hs Mt Ds Rg Cn Nh Fl Mc Lv Ts Og
 
Lanthaniden La Ce Pr Nd Pm Sm Eu Gd Tb Dy Ho Er Tm Yb Lu
Actiniden Ac Th Pa U Np Pu Am Cm Bk Cf Es Fm Md No Lr
Tin
Algemeen
Naam Tin / Stannum
Symbool Sn
Atoomnummer 50
Groep Koolstofgroep
Periode Periode 5
Blok P-blok
Reeks Hoofdgroepmetalen
Kleur Zilvergrijs
Chemische eigenschappen
Atoommassa (u) 118,71
Elektronenconfiguratie [Kr]4d10 5s2 5p2
Oxidatietoestanden +2, +4
Elektronegativiteit (Pauling) 1,88
Atoomstraal (pm) 141
1e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 708,58
2e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 1411,81
3e ionisatiepotentiaal (kJ·mol−1) 2943,07
Fysische eigenschappen
Dichtheid (kg·m−3) 7300
Hardheid (Mohs) 1,5
Smeltpunt (K) 505
Kookpunt (K) 2896
Aggregatietoestand Vast
Smeltwarmte (kJ·mol−1) 7,0
Verdampingswarmte (kJ·mol−1) 295,8
Van der Waalse straal (pm) 217
Kristalstructuur Tet
Molair volume (m3·mol−1) 16,24·10−6
Geluidssnelheid (m·s−1) 2500
Specifieke warmte (J·kg−1·K−1) 227
Elektrische weerstandΩ·cm) 11
Warmtegeleiding (W·m−1·K−1) 66,6
SI-eenheden en standaardtemperatuur en -druk worden gebruikt,
tenzij anders aangegeven
Portaal  Portaalicoon   Scheikunde
Tin wordt vaak gebruikt voor het maken van sierfiguren, zoals soldaten.

Tin is een scheikundig element met symbool Sn (Latijn: stannum) en atoomnummer 50. Het is een zilvergrijs hoofdgroepmetaal.

Ontdekking[bewerken | brontekst bewerken]

Tin, een van de vroegst ontdekte metalen, werd gebruikt voor het vervaardigen van brons, een koper-tinlegering. In 3500 v.Chr. was al bekend dat tin (evenals arseen en nikkel) een verhardend effect had op koper. Daarom werd het gebruikt in gereedschappen en wapens. In de bronstijd was tin een onontbeerlijk metaal omdat de heersende technologie op brons gebaseerd was.

Al voor de tijd van de Romeinen ontstond er een bloeiende handel tussen de tinmijnen in Cornwall en het Middellandse Zeegebied. De Egyptische farao Pepi heeft rond 2300 v.Chr. een standbeeld laten maken waarin tin zat uit de tinmijnen van Cornwall. In Assyrische handelsnederzettingen in Anatolië als Kaniš was ook al voor 2000 v.Chr. een levendige handel in het metaal, dat daar waarschijnlijk uit het huidige Afghanistan afkomstig was.

Vanaf ongeveer het jaar 600 werd tin ook in zuivere vorm toegepast.

Het woord tin komt van het Germaans *tina- en staat ablautend naast teen dat 'twijg' en in het Duits (Zain) ook 'metalen staaf' betekent. Het symbool Sn komt van het neolatijn stannum dat van het postklassieke Latijn stagnum 'legering van zilver en lood' komt.

Toepassingen[bewerken | brontekst bewerken]

Aardbeien op een tinnen bord, geschilderd door Lucie van Dam van Isselt

Tin hecht zich gemakkelijk aan ijzer en wordt daarom vaak gebruikt als roestwerende laag in blik. Andere toepassingen zijn:

  • Als zacht soldeertin voor de productie van elektronische schakelingen en loodgieterswerk.
  • In loodlegeringen voor orgelpijpen.
  • In loodlegeringen gecombineerd met Antimoon wordt tin gebruikt bij de productie van loodletters voor boekdruk. In wisselende combinaties met antimoon en lood. Meer antimoon, zorgt voor meer antimoon-tin kristallen en maakt de letter harder. Bij het smelten komen deze kristallen boven drijven, ze zijn lichter dan de omringende vloeistof.
  • In bronslegeringen voor kerkklokken.
  • De zouten tin(II)chloride en tin(IV)chloride hebben verschillende toepassingen, waaronder dat van bijtmiddel.
  • Om glas een glad oppervlak te geven wordt het vaak in vloeibare vorm op gesmolten tin in een tinbad gegoten (een uitvinding van Alastair Pilkington).
  • Indien aangebracht op glas voorkomen tinzouten ijsafzetting; dit werd gebruikt voor glazen windschermen.[1]
  • In vroeger eeuwen werd tin vaak gebruikt om borden, bekers, kannen en bestek te maken. Het gesmolten tin werd door een tingieter in vormen gegoten. Sinds de 18e eeuw is het tinnen tafelgerei wat in onbruik geraakt en vervangen door porselein, aardewerk en glas. Tegenwoordig wordt tin nog gebruikt voor de vervaardiging van sierbekers, -borden en miniatuurfiguren zoals tinnen soldaatjes.
  • In de legeringen woodsmetaal en babbittmetaal voor diverse toepassingen.[1]

Opmerkelijke eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

Tin is een buigzaam, kneedbaar en zeer kristallijn zilverachtig-wit metaal dat bij buiging een karakteristiek geluid geeft dat wordt veroorzaakt door de brekende kristallen. Het metaal is bestand tegen zee- en kraanwater, maar gaat een reactie aan met de meeste zuren.[1]

Bij standaarddruk komen er twee allotropen van tin voor. Bij lage temperatuur komt het voor als grijs – alfa – tin met een kubische kristalstructuur vergelijkbaar met die van silicium en germanium. Bij temperaturen boven de 13,2 °C verandert het naar wit – beta – tin. In deze vorm heeft het een tetragonale structuur. Bij afkoeling keert het weer terug naar de kubische vorm. Deze faseovergang gaat gepaard met een volumetoename van 21 procent, waardoor het materiaal gaat afbrokkelen. Vroeger werd dit proces wel tinpest genoemd; het kan worden voorkomen door toevoeging van antimoon of bismut.

Verschijning[bewerken | brontekst bewerken]

Op vrijwel alle continenten op aarde komt tin voor. De productie is redelijk stabiel, in 2014 werd er ongeveer 300.000 ton gewonnen en in 2019 was dit nauwelijks veranderd in 296.000 ton. De vier grootste producenten waren achtereenvolgens de Volksrepubliek China, Indonesië, Myanmar en Peru.[2] Deze vier namen ongeveer drie kwart van de wereldwijde productie voor hun rekening in 2019. Peru leverde als kleinere producent 19.900 ton, gevolgd door Bolivia met een kleine achterstand. De wereldwijde reserves worden getaxeerd op zo’n 4,3 miljoen ton.[2] Ook wordt er tin teruggewonnen uit afval.

De grootste exporteur van tin is Indonesië,[2] aangezien China ongeveer de helft van de wereldwijde vraag naar tin vertegenwoordigt. Tin wordt vooral gebruikt als soldeer in elektronische producten; ongeveer de helft van al het tin wordt hierin verwerkt.[3] De blikindustrie staat op de tweede plaats en verwerkt ongeveer een zesde van al het tin. Verder wordt tin gebruikt in de chemische industrie en ook bij de productie van brons en glas.

Belangrijke bedrijven die tin winnen zijn de Yunnan Tin Group (Volksrepubliek China), PT Timah (Persero) TGK (Indonesië), de opvolger van het Nederlandse mijnbouwbedrijf Billiton na de nationalisatie, en Malaysia Smelting Corp. Bhd. (Maleisië).[3]

Tin wordt verhandeld op de London Metal Exchange en de prijs wordt genoteerd in Amerikaanse dollars per pound of per ton. In 2019 was de gemiddelde prijs US$ 8,4643 per pound.

Het erts wordt bij hoge temperatuur in ovens gereduceerd met koolstof. Het enige commercieel aantrekkelijke tin bevattende mineraal is cassiteriet, dat vooral in Zuidoost-Azië in ruime mate gevonden wordt. Andere mineralen die in lage concentraties tin bevatten zijn: stanniet, cylindriet, frankeiet, canfieldiet en tealliet.

Topproducenten van tin 2019[4]
Land Productie (duizend ton)
Vlag van China China 84,5
Vlag van Indonesië Indonesië 77,5
Vlag van Myanmar Myanmar 42,0
Vlag van Peru Peru 19,9
Vlag van Bolivia Bolivia 17,0
Vlag van Brazilië Brazilië 14,0
Vlag van Congo-Kinshasa Congo-Kinshasa 12,2
Vlag van Australië Australië 7,7
Vlag van Nigeria Nigeria 5,8
Vlag van Vietnam Vietnam 5,5

Isotopen[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Isotopen van tin voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Stabielste isotopen
Iso RA (%) Halveringstijd VV VE (MeV) VP
112Sn 0,97 stabiel met 62 neutronen
114Sn 0,65 stabiel met 64 neutronen
115Sn 0,34 stabiel met 65 neutronen
116Sn 14,54 stabiel met 66 neutronen
117Sn 7,68 stabiel met 67 neutronen
118Sn 24,22 stabiel met 68 neutronen
119Sn 8,58 stabiel met 69 neutronen
120Sn 32,59 stabiel met 70 neutronen
121Sn syn 27,06 u β 3,674 121Sb
122Sn 4,63 stabiel met 72 neutronen
124Sn 5,79 stabiel met 74 neutronen
126Sn syn 1·105 j β 8312 126Sb

Van alle elementen komen er van tin de meeste stabiele isotopen voor (10). Daarnaast zijn er ongeveer 18 radioactieve isotopen bekend.

Toxicologie en veiligheid[bewerken | brontekst bewerken]

Via blikvoeding krijgen mensen lage concentraties tin binnen. Volgens een Britse warentest bevatten slechts 4% van de met tin beklede blikjes concentraties tin die boven de 150 mg/kg uitkomen; en hoewel in het Verenigd Koninkrijk alleen al er meer dan 2,5 miljoen van dergelijke blikjes per jaar worden geconsumeerd, zijn er tot op heden geen schadelijke gevolgen van bekend.[5] Rond 1965 steeg de tinprijs explosief (tot 45 euro per kilogram, nu: 5 euro per kilogram), waardoor vele tingieters om de kostprijs te drukken hun legering met lood aanlengden. Als uit zo'n tinnen beker gedronken werd liep men het risico van loodvergiftiging.

Het woord tin in het Engels[bewerken | brontekst bewerken]

Tin in het Engels verwijst naar het element tin, maar daarnaast wordt het woord soms ook gebruikt voor dunbladig metaal (tinplate). De tin can (het tinnen blikje) is daar een voorbeeld van omdat blikjes worden vervaardigd van staal dat met een dun laagje tin tegen roestvorming wordt beschermd; maar ook blikjes van aluminium worden wel tin cans genoemd. Gebruikstin (een legering van tin, antimoon en koper) heet in het Engels pewter.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Tin van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.