Wereldkampioenschap snooker 2014

Het wereldkampioenschap snooker 2014 vond plaats tussen 19 april en 5 mei 2014 in het Crucible Theatre in Sheffield, Engeland. De Engelsman Ronnie O'Sullivan was de titelverdediger en bereikte voor het derde jaar op rij de finale. Daarin won diens landgenoot Mark Selby zijn eerste wereldtitel.

Prijzenpot[bewerken | brontekst bewerken]

De totale prijzenpot ging in vergelijking met een jaar eerder omhoog van £ 1.111.000,- naar £ 1.215.000,-, waarmee het de grootste prijzenpot in een snookertoernooi ooit was.

  • Winnaar: £ 300.000,-
  • Finalist: £ 125.000,-
  • Halvefinalist: £ 55.000,-
  • Kwartfinalist: £ 25.000,-
  • Laatste 16: £ 16.000,-
  • Laatste 32: £ 12.000,-
  • Laatste 48: £ 8.500,-
  • Laatste 64: £ 5.000,-
  • Hoogste break: £ 10.000,-

Hoofdtoernooi[bewerken | brontekst bewerken]

  eerste ronde
best of 19 frames
tweede ronde
best of 25 frames
kwartfinale
best of 25 frames
halve finale
best of 33 frames
finale
best of 35 frames
                                               
 Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (1) 10  
 Vlag van Finland Robin Hull 4  
   Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (1) 13  
   Vlag van Engeland Joe Perry (16) 11  
 Vlag van Engeland Joe Perry (16) 10
 Vlag van Schotland Jamie Burnett 7  
   Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (1) 13  
   Vlag van Engeland Shaun Murphy (9) 3  
 Vlag van Engeland Shaun Murphy (9) 10  
 Vlag van Engeland Jamie Cope 9  
   Vlag van Engeland Shaun Murphy (9) 13
   Vlag van Hongkong Marco Fu (8) 8  
 Vlag van Hongkong Marco Fu (8) 10
 Vlag van Engeland Martin Gould 7  
   Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (1) 17  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 7  
 Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 10  
 Vlag van Engeland David Gilbert 4  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 13
   Vlag van Engeland Ricky Walden (12) 11  
 Vlag van Engeland Ricky Walden (12) 10
 Vlag van Engeland Kyren Wilson 7  
   Vlag van Engeland Barry Hawkins (5) 13
   Vlag van Wales Dominic Dale 12  
 Vlag van Engeland Mark Davis (13) 5  
 Vlag van Wales Dominic Dale 10  
   Vlag van Wales Dominic Dale 13
   Vlag van Engeland Michael Wasley 4  
 Vlag van China Ding Junhui (4) 9
 Vlag van Engeland Michael Wasley 10  
 Vlag van Engeland Ronnie O'Sullivan (1) 14
 Vlag van Engeland Mark Selby (3) 18
 Vlag van Engeland Mark Selby (3) 10  
 Vlag van Wales Michael White 9  
   Vlag van Engeland Mark Selby (3) 13  
   Vlag van Engeland Ali Carter (14) 9  
 Vlag van Engeland Ali Carter (14) 10
 Vlag van China Xiao Guodong 8  
   Vlag van Engeland Mark Selby (3) 13  
   Vlag van Schotland Alan McManus 5  
 Vlag van Schotland John Higgins (11) 7  
 Vlag van Schotland Alan McManus 10  
   Vlag van Schotland Alan McManus 13
   Vlag van Ierland Ken Doherty 8  
 Vlag van Engeland Stuart Bingham (6) 5
 Vlag van Ierland Ken Doherty 10  
   Vlag van Engeland Mark Selby (3) 17
   Vlag van Australië Neil Robertson (2) 15  
 Vlag van Engeland Judd Trump (7) 10  
 Vlag van Engeland Tom Ford 8  
   Vlag van Engeland Judd Trump (7) 13
   Vlag van Wales Ryan Day 7  
 Vlag van Schotland Stephen Maguire (10) 9
 Vlag van Wales Ryan Day 10  
   Vlag van Engeland Judd Trump (7) 11
   Vlag van Australië Neil Robertson (2) 13  
 Vlag van Noord-Ierland Mark Allen (15) 10  
 Vlag van Engeland Michael Holt 4  
   Vlag van Noord-Ierland Mark Allen (15) 7
   Vlag van Australië Neil Robertson (2) 13  
 Vlag van Australië Neil Robertson (2) 10
 Vlag van Engeland Robbie Williams 2  

Finale[bewerken | brontekst bewerken]

Na de eerste dag van de finale Ronnie O'Sullivan - Mark Selby stond het 10-7 voor O'Sullivan. Hij won in zowel de eerste als de tweede sessie meer frames en stond de hele dag op voorsprong. O'Sullivan won bij aanvang van de wedstrijd de eerste drie frames op rij, waarna Selby terugkwam tot 3-2. Na 4-2 en 4-3 gingen de spelers met een tussenstand van 5-3 pauzeren. O'Sullivan won vervolgens in de tweede sessie weer de eerste drie frames (8-3), waarna Selby er opnieuw twee terug pakte (8-5). O'Sullivan liep vervolgens uit tot 10-5, waarop Selby de laatste twee frames van de dag won.

Selby begon de tweede dag van de finale met het winnen van vier frames op rij en kwam zo voor het eerst voor (10-11). O'Sullivan maakte gelijk, waarop Selby voor de tweede keer een voorsprong van één frame nam (11-12). Vanwege de lengte van de frames eindigde de sessie na zes frames in plaats van de voorgenomen acht. Dit omdat de spelers volgens de regels minimaal een uur mogen pauzeren voor de laatste sessie van de finale begint. Bij de hervatting van de wedstrijd maakte O'Sullivan weer gelijk (12-12), waarna Selby er met drie frames op rij 12-15 van maakte. O'Sullivan kwam nog terug tot 14-15, maar daarna maakte Selby het af met opnieuw een reeks van drie gewonnen frames op rij. In het laatste frame van de wedstrijd kwam O'Sullivan weliswaar met 56-0 voor, maar Selby repareerde dit door de rest van de tafel tot en met de zwarte bal leeg te spelen.

Century breaks[bewerken | brontekst bewerken]

Opvallendheden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Neil Robertson kwam in de kwartfinale tegen Judd Trump op 11-11 door in één beurt 101 punten te maken. Dit was voor de Australiër zijn honderdste 'century' (beurt van 100+) van het seizoen. Daarmee was hij de eerste speler ooit die een 'century of centuries' maakte in één seizoen.[1] Tegenstander Trump was tot het seizoen 2013/2014 recordhouder wat betreft het hoogste aantal centuries in één seizoen, met 61 stuks.[2] Robertson maakte in zijn verloren halve finale nog drie centuries, waardoor hij zijn nieuwe record nog aanscherpte tot 103 stuks.[3]
  • Ronnie O'Sullivan bracht tijdens het World Snooker Championship 2014 zijn totale aantal 100+ breaks (centuries) gemaakt in het Crucible Theatre op 144. Hij was voor het toernooi al recordhouder met 131 stuks.