Wang He

Wang He was de overgrootvader van de Chinese keizer Wang Mang en een zoon van Wang Sui. Hij leefde tijdens de regering van keizer Wu (r.141-87 v.Chr.) en was de vader van Wang Hong en van Wang Jin, de grootvader van Wang Mang en vader van keizerin Wang Zhengjun. Zij stond, nadat ze gemalin van keizer Yuan was geworden, aan het begin van de latere machtspositie van de Wang-clan.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Wang He was in dienst van Bao Shengzi (暴勝之, †91 v.Chr.), die in 99 van keizer Wu speciale volmachten had ontvangen om de criminaliteit in Taishan en Langye met harde hand te bestrijden. Wang He was belast met het arresteren van functionarissen die zouden worden aangeklaagd, maar liet ze weer vrij zonder ze te bestraffen. Deze milde handelswijze leidde uiteindelijk tot zijn ontslag.

Wang He trok van Dongpingling (東平陵, Ji'nan, in de huidige provincie Shandong), waar zijn vader had gewoond, naar Yuancheng (元城) in de toenmalige commanderie Weijun (魏郡), nu gelegen in het district Daming (大名縣) in het zuiden van de provincie Hebei. Daar was hij zeer gerespecteerd.

Nadat Wang Mang in 9 na Chr. keizer was geworden liet hij negen tempels bouwen om zijn voorouders te vereren. De zevende van deze reeks heiligdommen was bestemd voor Wang He, onder de titel Yuancheng Ru Wang. In hetzelfde jaar verbood Wang Mang onderlinge huwelijken tussen afstammelingen van Wang He.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

• 'Wang He' in: Loewe, Michael, A Biographical Dictionary of the Qin, Former Han and Xin Periods (221 BC - AD 24), Leiden (Brill) 2000, ISBN 90-04-10364-3, p. 524.