Vrede van Presburg (1805)

Het aartsbisschoppelijk paleis van Presburg
Talleyrand

De Vrede van Presburg werd gesloten in Presburg, (sinds 1919 Bratislava), tussen Oostenrijk onder keizer Frans Jozef Karel en het Frankrijk onder Napoleon Bonaparte, als beëindiging van de Derde Coalitieoorlog. Deze oorlog had Napoleon glansrijk gewonnen door op 2 december 1805 bij Austerlitz de verenigde Engels-Russisch-Oostenrijkse legers verpletterend te verslaan. Omdat het zo gauw geen nieuwe strijdkrachten uit de eigen binnenlanden kon aanvoeren, was Rusland zonder vredesakkoord uit de oorlog gestapt. Het murwe Oostenrijk daarentegen sloot met Frankrijk de vrede op 26 december 1805 in het aartsbisschoppelijk paleis van Presburg, ook wel het Primaatspaleis genoemd. Het verdrag werd ondertekend door Johan I Jozef van Liechtenstein en graaf Ignaas van Gyulay voor Oostenrijk en Charles-Maurice de Talleyrand, minister van Buitenlandse Zaken, voor Frankrijk. Het werd reeds de volgende dag door Napoleon op paleis Schönbrunn geratificeerd.

Bepalingen van het verdrag[bewerken | brontekst bewerken]

Nawerkingen[bewerken | brontekst bewerken]

De Vrede van Presburg bezegelde een van Oostenrijks bitterste nederlagen en leidde in 1806 tot het aftreden van Frans II als keizer van het Heilige Roomse Rijk, omdat die functie elke betekenis verloren had. Het betekende ook het einde van dat Rijk. In navolging van Napoleon kroonde Frans zichzelf tot keizer van de Habsburgse erflanden. Zo ontstond het keizerrijk Oostenrijk, dat tot 1918 zou bestaan.

De afstand van Tirol aan Beieren veroorzaakte de boerenopstanden onder Andreas Hofer. De boeren hadden van Frans II namelijk een relatief vergaande autonomie maar vooral ook het recht op zelfverdediging verkregen en wilden daar geen afstand van doen toen de Beierse koning Maximiliaan I dit weigerde te erkennen.

De meeste verdragsclausulen werden in 1815 in het kader van het Congres van Wenen ongedaan gemaakt, vooral de bepalingen die betrekking hadden op Tirol en de Venetiaans-Adriatische gebieden. Salzburg bleef echter bij Oostenrijk.