Storage area network

Een storage area network is een specifieke IT-infrastructuur die het voor rekencentrumcomputers mogelijk maakt om gezamenlijk op blokniveau een of meerdere virtuele harde schijven te muteren.

Historie[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf 1985 werd het delen van computerbestanden over meerdere werkplekken door middel van een fileserver reeds veelvuldig toegepast. Echter, was het niet mogelijk een database te delen op een fileserver, omdat bij databasemutaties een softwareroutine (de zogenaamde 'database-engine') rechtstreeks de sectoren van een harde schijf muteert. Om een database te kunnen delen moet niet het computerbestand, maar de hardware matige aansturing van de harddisk zelf worden gedeeld. Een fileserver of NAS is voor dit doel ongeschikt. Er moest iets worden bedacht om het SCSI protocol te delen dat gebruikt wordt tussen de harddisk-controller en de harddisk. Zodoende is de industrie begin 1990 op zoek gegaan naar een oplossing. Dit initiatief leidde tot de ontwikkeling van het SAN en de introductie ervan in 1994.

Techniek[bewerken | brontekst bewerken]

Een SAN is opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • De SAN-infrastructuur, bestaande uit glasvezel-kabels en switches.
  • Host Bus Adapter (HBA): de Fibre Channel-interface in de servers, die door het besturingssysteem van de computer "gezien" wordt als interface voor een interne harde schijf.
  • Storage controllers: de besturingseenheid tussen dataopslagmedia, SAN en LAN.
  • disk enclosure: de diskkabinetten als behuizing voor de harde schijven, SSD's en/of tapestreamers
  • harde schijven, SSD's en/of tapestreamers: de fysieke media voor dataopslag

Voordelen[bewerken | brontekst bewerken]

De voordelen die geboden worden door het SAN komen ten goede aan alle aangesloten servers, zoals o.a.:

  • fouttolerantie (zie RAID);
  • de back-upvoorziening;
  • efficiënter gebruik van beschikbare capaciteit;
  • toepassen van wijzigingen en uitbreidingen tijdens normaal bedrijf;
  • vermindering van hersteltijden en mate van dataverlies (zie: RPO en RTO)
  • automatische uitwijk;
  • calamiteitenherstel.

Nadelen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Duur in aanschaf en onderhoud.
  • Complexe technologie

SAN versus LAN[bewerken | brontekst bewerken]

Overeenkomsten[bewerken | brontekst bewerken]

Verschillen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Een SAN is doorgaans gebaseerd op glasvezel en een LAN op koper (UTP)
  • Een SAN is ongeschikt voor LAN-datacommunicatieprotocollen (dit is gunstig vanuit veiligheidsperspectief).
  • Een LAN kan naast de gebruikelijke datacommunicatieprotocollen ook het SAN datacommunicatieprotocol aan. (dit wordt zelden als permanente oplossing gebruikt, maar kan als tijdelijke oplossing en voor testdoeleinden soms handig zijn.)

Metrocluster principe[bewerken | brontekst bewerken]

De afbeelding hieronder is een schematische weergave van een zogenaamd metrocluster. Bij een metrocluster wordt de SAN configuratie verdeeld over twee geografisch gescheiden datacenters. De belangrijkste eigenschap van een SAN-metrocluster is dat deze fouttolerant is voor elk willekeurig onderdeel dat defect raakt. Ook het wegvallen van een volledig datacenter wordt opgevangen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]