Abdij van Burtscheid

Abdij van Burtscheid
De abdij van Burtscheid in 1796
Plaats Aken-Burtscheid
Coördinaten 50° 46′ NB, 6° 6′ OL
Religie rooms-katholiek.
Kloosterorde benedictijnen, cisterciënzers
Gebouwd in vanaf 996
Architectuur
Architect(en)  Johann Joseph Couven
Stijlperiode barok
Portaal  Portaalicoon   Religie
Reichsstift Burtscheid
Onderdeel van het Heilige Roomse Rijk
1138 – 1802 Eerste Franse Keizerrijk 
Algemene gegevens
Hoofdstad Burtscheid
Regering
Regeringsvorm abdijvorstendom

De abdij van Burtscheid bij Aken werd in 997 gesticht als benedictijnse abdij. In 1138 werd de abdij rijksonmiddellijk. In 1220 werd de abdij omgezet in een cisterciënzerinnenklooster. Bij de secularisatie in de Franse tijd werd de abdij in 1802 ontbonden. De barokke abdijkerk van Johann Joseph Couven en enkele abdijgebouwen, alsmede de rijke kerkschat, behoren tot het cultureel erfgoed van de stad Aken.[1]

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Stichting en vroege ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

De abdij van Burtscheid bij Aken werd tussen 996 en 1000 gesticht als rijksabdij voor benedictijnen door keizer Otto III in samenwerking met de basiliaanse abt Gregorius van Burtscheid.[2] Keizer Hendrik II schonk het klooster in 1018 goederen uit de bezittingen van het rijk rond Aken. De villa Porceto (Burtscheid) werd daarmee afgescheiden uit het gebied van de villa Aquisgrana (Aken) van de Karolingische koningspalts.

Een oorkonde van keizer Hendrik III uit 6 juni 1040 splitste de "koningsmannen" uit het tiendengebied af van de Mariakapel van de Akener koningspalts, de latere Dom van Aken, de hoofd- en moederkerk van de keizerstad. Hij maakte hen tot "kloosterlieden", die nu hun tienden moesten betalen en diensten schuldig waren aan de abdij van Burtscheid.

Cisterciënzer vrouwenklooster[bewerken | brontekst bewerken]

In 1220 werd het benedictijnenklooster omgezet in een abdij voor cisterciënzerinnen. De nieuwe zusters waren afkomstig van de Sint-Salvatorabdij in Aken. De voogdij over het klooster was in deze periode in handen van de hertogen van Limburg. In 1649 kocht de abdij van Burtscheid de ondervoogdij van de heren van Frankenberg de Merode. De (hoofd)voogdij bleef echter verbonden met het hertogdom Limburg, dat was opgegaan in het hertogdom Brabant en de Spaanse Nederlanden.

Secularisatie[bewerken | brontekst bewerken]

Door de Franse bezetting van 1795 verloor het klooster zijn wereldlijk gebied, dat in 1797 bij Frankrijk werd ingelijfd. Burtscheid werd de hoofdplaats van het kanton Borcette. De abdij zelf werd in 1802 opgeheven. Het gebied van de voormalige abdij werd door het Congres van Wenen in 1815 aan het koninkrijk Pruisen toegekend. In een deel van de abdijgebouwen was vanaf 1850 een ziekenhuis gevestigd, het Marienhospital. De zuidvleugel werd in 1874 verbouwd tot school. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd een groot deel van de abdij verwoest. Met name het bombardement van 11 april 1944 was desastreus, waarbij bovendien tientallen mensen het leven verloren. In 1950 werd een van de hoektorens van de abdijkerk wegens instortingsgevaar afgebroken.

Beschrijving klooster[bewerken | brontekst bewerken]

Exterieur[bewerken | brontekst bewerken]

De barokke abdijkerk is een ontwerp van Johann Joseph Couven uit 1730 (waaraan hij tot 1754 werkte) en is toegewijd aan Johannes de Doper. Samen met de eveneens door Couven ontworpen Sint-Michaelskerk, vormt deze "kerkentweeling" een fraai barokensemble. Van de abdij zelf zijn delen van de oostelijke vleugel en de kruisgang behouden. Het entreegebouw van de abdij is aan de veldzijde versierd met een fraai barokportaal. Aan de kloosterhof bevindt zich een muurfontein van Jakob Couven, de zoon van Johann Joseph. Deze fontein stond aanvankelijk in de tuin van het in de Tweede Wereldoorlog verwoeste Wespienhaus in Aken.

Abdissen van de abdij van Burtscheid[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Lijst van abdissen van Burtscheid voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Interieur abdijkerk en kloostergang[bewerken | brontekst bewerken]

Het rijk gestucte en van beelden voorziene kerkinterieur is eveneens ontworpen door Johann Joseph Couven. Onder het hoofdaltaar staat de sarcofaag van de stichter van de abdij, Gregorius van Burtscheid.

Schatkamer[bewerken | brontekst bewerken]

De schatkamer van de abdij is sinds 2003 gevestigd in de gerestaureerde kruisgang. Naast enkele middeleeuwse reliekhouders, zijn hier een groot aantal kostbare kelken en monstransen te bezichtigen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]

Zie de categorie Burtscheid Abbey van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.