Wortelpotigen

Actinophrys sol

De wortelpotigen of rhizopoda golden lange tijd als een eigen stam binnen de Protozoa. Dit is een classificatie die tegenwoordig niet meer houdbaar is.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Alle wortelpotigen worden gekenmerkt door het bezit van schijnvoetjes of pseudopodiën met behulp waarvan enkele groepen (amoeben, schaalamoeben en slijmzwammen) zich voortbewegen over een substraat ('ondergrond'). Alle wortelpotigen vangen voedsel met deze schijnvoetjes.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

De stralendiertjes of radiolaria, een aantal soorten van de foraminiferen en de zonnediertjes zweven in water. Het zweefvermogen komt, behalve door de oppervlaktevergrotende schijnvoetjes, vooral tot stand door het bezit van met slijm gevulde vacuolen. Het voedsel wordt door de schijnvoetjes omhuld (fagocytose) en vervolgens in een voedselvacuole opgenomen, waarin de vertering plaatsvindt.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Wortelpotigen komen in alle vochtige omgevingen voor.

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

De voortplanting geschiedt gewoonlijk door deling; ook komt geslachtelijke voortplanting voor, bijvoorbeeld bij de foraminiferen.

Orden[bewerken | brontekst bewerken]

Onder de wortelpotigen rekende men zes orden:

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

  • Encarta Winkler Prins Naslagbibliotheek