Leo Petri

Leo Petri
Leo Petri tijdens de Processen van Neurenberg.
Geboren 20 oktober 1876
Gleiwitz, Silezië, Duitse Keizerrijk
Overleden 5 mei 1961
Neurenberg, Beieren, West-Duitsland
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Schutzstaffel
Waffen-SS
Dienstjaren 1896 - 1920
1931 - 1945
Rang
SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS
Eenheid 3. Oberschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 62[1]
1896[2]
Freiwilligen-Division von Lettow-Vorbeck
19 mei 1919 -
19 september 1919[1]
Politieschool Warnemünde
1920-1924
Nationalsozialistische Volkswohlfahrt[3]
SS-Hauptamt[3][4]
1 januari 1935 -
10 juli 1935[1]
Persönlicher Stab Reichsführer-SS
Bevel Amtes für Sicherungsaufgaben/SS-Hauptamt
1 januari 1935 -
9 juli 1935[5]
Amt I/SSHauptamt
(m.d.W.d.G.b.)
10 juli 1935 -
30 januari 1936[5]
Amtes VII/SS-Hauptamt
9 juli 1935 -
15 augustus 1940[5]
Amtes RV/Persönlicher Stab Reichsführer-SS
19 juli 1937 -
15 augustus 1940[5]
SS-Zentralamtes (Amt AI)/SS-Hauptamt
15 augustus 1940 -
23 oktober 1940[6]
Amt III/SS-FHA
23 oktober 1940 -
26 november 1942[6]
Amt I/SS-FHA
26 november 1942 -
mei 1945[6]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen zie onderscheidingen
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Heinrich[1][3] Leo Petri (Gleiwitz, 20 oktober 1876 - Neurenberg, 5 mei 1961) was een Duitse officier en SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Leven[3][bewerken | brontekst bewerken]

Op 20 oktober 1876 werd Heinrich Leo Petri in Gleiwitz geboren. Hij ging voor drie jaar naar de Bürgerschule in Görlitz. Vanaf 1886 ging Petri naar het gymnasium, totdat hij in 1896 als soldaat in dienst van de Deutsches Heer trad. Als Fahnenjunker werd hij bij het 3. Oberschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 62 geplaatst. Op 27 januari 1898 werd hij tot Sekondeleutnant bevorderd. Van 1900 tot september 1904 diende hij als adjudant bij het 3. Oberschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 62. En vanaf 1904 tot 1907 was hij onderdeel van de bezettingsmacht in Oost-Azië. Petri diende daar als Transportoffizier en adjudant in het 6./1. Ostasiatischen IR. Na zijn terugkeer uit Azië, diende hij weer bij het 3. Oberschlesisches Infanterie-Regiment Nr. 62. Op 21 april 1908 werd hij tot Oberleutnant bevorderd. Daarna werd Petri tot commandant van het 4./3. Shlesisches IR Nr 156 benoemd. Op 22 maart 1913 werd hij tot Hauptmann bevorderd. Vanaf 1914 tot 1915 voerde hij als Hauptmann het commando over het 6./3. Shlesisches IR Nr 156. Hij bleef nog tot 1920 in de Reichswehr.

Interbellum[bewerken | brontekst bewerken]

In 1920 trad Petri in de dienst van de politie, waar hij tot 31 oktober 1928[1] werkte. Hij werd tot chef van de politieschool Warnemünde benoemd. In maart 1926 werd hij tot Oberstleutnant der Polizei bevorderd. Op 31 oktober 1928 ging hij weer in de private sector werken. Op 1 juli 1931 werd hij lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij. Op 18 juni 1934 werd Petri ook van de Schutzstaffel lid. Met het Charakter als Oberst der Polizei werd hij gelijk omgeschaald naar de rang van een SS-Sturmbannführer. Hij werd als referent en Chef des Amtes für Angelegenheiten der Reichsverteidigung (vrije vertaling: Chef van het ambt voor de Aangelegenheden voor de Rijksverdediging) in de Persönlicher Stab Reichsführer-SS geplaatst. Op 19 februari 1935 werd hij tot SS-Obersturmbannführer bevorderd. Van 1 januari tot 10 juli 1935 werd Petri tot Chef des Amtes für Sicherungsaufgaben in het SS-Hauptamt benoemd. Op 30 januari 1936 werd hij tot SS-Standartenführer bevorderd. En op 20 april 1937 werd Petri tot SS-Oberführer bevorderd.

Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Van 9 juli 1937 tot 15 augustus 1940 was hij Chef des Amtes VII/SS-Hauptamt. Van 23 oktober 1940 tot 26 november 1942 was hij Chef des Kommandoamtes d. Allgemeinen SS/SS FHA. Hij was van 28 februari 1941 tot 16 maart 1941 ook plaatsvervangend chef van het SS-Führungshauptamt. Op 20 april 1942 werd Petri tot SS-Gruppenführer en Generalleutnant in de Waffen-SS bevorderd. Op 13 oktober 1942 deelde hij als bijzitter/lekenrechter[3] in de 2e Senaat van het Volksgerichtshof de doodstraf tegen de verzetsstrijders Hanno Günther, Wolfgang Pander, Bernhard Sikorski, Emmerich Schaper, Alfred Schmidt-Sas en Dagmar Petersen (de zogenaamde Rütli groep)[7].

Op 4 oktober 1943 nam Petri aan de Poznańtoespraken van Heinrich Himmler deel.[6]

Na de oorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Over het verdere verloop van zijn leven is niks bekend. Op 5 mei 1961 overleed Petri in Neurenberg.

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

Petri bekleedde verschillende rangen in zowel de Allgemeine-SS als Waffen-SS. De volgende tabel laat zien dat de bevorderingen niet synchroon liepen.

Datum Deutsches Heer Reichswehr Politie Allgemeine-SS Waffen-SS
1896[3][2] Soldat
1896[1][8][9] Fahnenjunker
27 januari 1898[1][3][8][9] Sekondeleutnant
21 april 1908[1][9] Oberleutnant
22 maart 1913[1][9] Hauptmann
1920[1][9]
Major a.D.
1920[1][9]
Major der Polizei
Maart 1926[1][9]
Oberstleutnant der Polizei
18 juni 1934[1][9]
SS-Mann
1 juli 1934[1][8][9]
Charakter als Oberst der Polizei a.D.[3]
18 juni 1934[10][8][9]
SS-Sturmbannführer[3]
1 januari 1935[4][3][8][9]
SS-Obersturmbannführer
30 januari 1936[11][8][9]
SS-Standartenführer
20 april 1937[12][1][8][9]
SS-Oberführer
11 september 1938[1][8][9]
SS-Brigadeführer
3 mei 1940[1][8][9]
Generalmajor in de Waffen-SS
20 april 1942[13][1][8][9]
SS-Gruppenführer Generalleutnant in de Waffen-SS

Lidmaatschapsnummers[bewerken | brontekst bewerken]

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Selectie:

Afkorting[bewerken | brontekst bewerken]

  • mit der Wahrnehmung der Geschäfte beauftragt (m.d.W.d.G.b.) - (vrije vertaling: met de waarneming van de functie belast)