Isle of Man TT 1981

Vlag van Man TT van Man 1981
Officiële naam Isle of Man Tourist Trophy
Land Vlag van Man Isle of Man
Datum 6 tot 11 juni 1981
Organisator ACU
Formula One TT
Eerste Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam
Derde Vlag van Noord-Ierland Joey Dunlop
Sidecar TT Leg one
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor/Vlag van Zweden Benga Johansson
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice/Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Birks
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bayley/Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Bryson
Senior TT
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk John Newbold
Junior TT
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin
Tweede Bob Jackson
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams
Formula Two TT
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter
Tweede Phil Odlin
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams
Formula Three TT
Eerste Vlag van Australië Barry Smith
Tweede Dave Raybon
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Denis Casement
Sidecar TT Leg two
Eerste Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor/Vlag van Zweden Benga Johansson
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Dick Greasley/Vlag van Verenigd Koninkrijk Stewart Atkinson
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Hanks/Vlag van Verenigd Koninkrijk Vince Biggs
Classic TT
Eerste Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby
Tweede Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant
Derde Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex George

De TT van Man 1981 werd verreden van 6 tot 11 juni 1981 op de Snaefell Mountain Course op het eiland Man. Door de Interval-start reed men eigenlijk een tijdrace.

De wedstrijden eisten het leven van de Australische coureur Kenny Blake, die op 9 juni tijdens de vijfde ronde van de Senior TT verongelukte bij Ballagarey Corner.

Formula One TT[bewerken | brontekst bewerken]

Zaterdag 6 juni, 6 ronden (364,38 km), toegelaten: tweetaktmotoren van 350- tot 500 cc, viertaktmotoren van 600- tot 1.000 cc.

De Formula One TT op 6 juni begon met enige paniek bij Heron Suzuki GB-team van Graeme Crosby, die vlak voor de start constateerde dat zijn achterband lek was. Er werd een nieuw wiel gemonteerd, maar toen bleek de ketting te lang, de gearing verkeerd en miste men een bout van het achterwiel. Crosby kwam daardoor tien seconden te laat aan de start, maar omdat er een interval-start werd gebruikt kon hij niet zomaal starten. Hij werd achteraan in het startveld geplaatst en zijn latere starttijd van 4 minuten en 50 seconden werd niet teruggegeven. Intussen ging de wedstrijd van start en lag Honda-coureur Joey Dunlop twee ronden lang aan de leiding. Mick Grant kwam met zijn Suzuki tot op enkele seconden van Dunlop, maar hij maakte een schakelfout waardoor hij zijn motor opblies. Dunlop moest bij zijn pitstop zijn motor opnieuw laten afstellen maar verloor ook 1½ minuut omdat hij een nieuw achterwiel moest laten monteren. Daardoor nam Ron Haslam (Honda) de leiding over. Op de weg haalde Dunlop hem weer in, maar in tijd bleef Haslam aan de leiding. Haslam leek de race uiteindelijk met een halve minuut voorsprong te winnen, een belangrijke overwinning voor Honda omdat de race ook meetelde voor het wereldkampioenschap Formula One TT.

Protesten[bewerken | brontekst bewerken]

Intussen had Crosby de zes ronden vrijwel exact twee minuten sneller afgelegd dan Haslam, maar door de 4 minuut 50 straftijd was hij vierde. Daartegen diende Suzuki bij de ACU een protest in. Men redeneerde dat de wedstrijdleiding op het eigenlijke startmoment de stopwatch had moeten indrukken, waardoor Crosby slechts 10 seconden zou hebben verloren en dat de straftijd nergens op gebaseerd was. Na twee uur vergaderen kreeg Suzuki gelijk en werd Crosby tot winnaar uitgeroepen. Maar dat leverde weer een tegenprotest van Honda op. Daar redeneerde men dat zowel Dunlop als Haslam rustiger hadden gereden omdat ze signalen kregen dat Crosby geen bedreiging vormde. Dit protest werd niet gehonoreerd waardoor Graeme Crosby uiteindelijk toch winnaar werd. Honda liet Joey Dunlop, Ron Haslam en Alex George de rest van de week in zwart leer op zwart gespoten motorfietsen rijden.

Uitslag Formula One TT[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Australië Graeme Crosby Suzuki 2.01'28"8 111,81 mph
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam Honda 2.03'29"8 109,98 mph
3 Vlag van Noord-Ierland Joey Dunlop Honda 2.04'07"6 109,42 mph
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Newbold Suzuki 2.06'36"8 107,27 mph
5 Vlag van Noord-Ierland Sam McClements Suzuki 2.06'54"8 107,02 mph
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex George Honda 2.07'02"2 106,92 mph
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Jackson jr. Suzuki 2.08'58"8 105,30 mph
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Stan Woods Honda 2.09'55"2 104,54 mph
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer Kawasaki 2.11'51"4 103,01 mph
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Frank Rutter Honda 2.13'12"8 101,96 mph
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ian Richards Ducati 2.13'52"6 101,45 mph
12 Max Nothinger Kawasaki 2.13'59"8 101,36 mph
13 Roy Armstrong Suzuki 2.15'23"6 100,32 mph
14 Dave Hiscock Suzuki 2.15'39"6 100,12 mph
15 Jim Wells Kawasaki 2.15'49"2 100,00 mph
16 Ian Martin Suzuki 2.17'36"4 98,70 mph
17 Fred Huggett Honda 2.17'43"6 98,62 mph
18 Jeff Jones Suzuki 2.17'48"6 98,56 mph
19 Bill Ingham Ducati 2.18'08"2 98,32 mph
20 Rob Claude Suzuki 2.18'08"2 98,32 mph
23 Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Nation Suzuki 2.23'08"0 94,89 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Ray Knight Honda
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant Suzuki motor
DNF Vlag van Australië Graeme McGregor Kawasaki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Roger Marshall Moriwaki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Smith
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Neil Tuxworth
DNF Vlag van Duitsland Hans-Otto Butenuth

Senior TT[bewerken | brontekst bewerken]

Dinsdag 9 juni, 6 ronden (364,38 km), toegelaten: alle motoren van 351- tot 500 cc

De Senior TT startte aanvankelijk op maandag 8 juni (Tweede Pinksterdag), met een uur vertraging vanwege het slechte weer. Enkele favorieten kregen al snel problemen: Mick Grant deed 45 minuten over de eerste ronde door ontstekingsproblemen en Graeme Crosby ontdekte dat zijn keuze voor slicks de verkeerde was toen het op een aantal plaatsen nog bleek te regenen. Charlie Williams viel uit door een kapotte benzineleiding. Chris Guy reed aan de leiding tot de race na de tweede ronde werd afgevlagd vanwege opkomende mist (de "Mantle of Mona") op de Mountain Section.

De nieuwe start op dinsdag kwam niet zonder slag of stoot. Er waren immers al twee ronden gereden en de koplopers uit die race eisten dat de uitvallers (met name Mick Grant, Graeme Crosby en Charlie Williams) niet meer mochten starten. Chris Guy eisten bovendien zijn prijzengeld op. Op geen van deze eisen werd ingegaan, maar Guy kreeg een cheque van 1.000 pond van Maurice Knight, de directeur van Suzuki GB met de woorden "Wij geven dit bedrag liever uit aan een goede privérijder dan aan stickers met stompzinnige teksten". Dat sloeg op de stickers die Honda had laten drukken na het (toegekende) protest van Suzuki na afloop van de Formula One TT. Daar stond op: HONDA WINS, Suzuki protests!.

Erg spannend werd de race niet. Crosby viel al snel uit door een vette bougie en Williams door een afgebroken clip-on. Ondanks de vele natte plekken op het circuit koos Mick Grant toch voor een slick, omdat hij verwachtte dat een regenband de volledige raceafstand niet zou volhouden. Dat betekende wel dat het achterwiel van zijn motorfiets (de Suzuki RG 500 van Randy Mamola uit 1980) soms in de zesde versnelling nog doorspinde, vooral tegen het einde van de race, die in hevige regen eindigde. In de derde ronde viel zijn vierde versnelling weg waardoor hij heel voorzichtig werd om te voorkomen dat de versnellingsbak vast zou slaan. Toch had hij na zes ronden een voorsprong van 2½ minuut op Donnie Robinson. Debutant John Newbold deed het erg goed: na zijn vierde plaats in de Formula One TT werd hij nu zelfs derde. Hij reed TT-veteraan Alex George zelfs op 20 seconden achterstand. Op de verraderlijke baan, die op sommige plaatsen droog en op sommige plaatsen nat was, viel George Fogarty als eerste, gevolgd door de "winnaar" van maandag, Chris Guy, die bij Braddan viel terwijl hij op de tweede plaats lag. Conor McGinn raakte bij zijn val zwaargewond: hij raakte vanaf het middel verlamd en verloor zijn rechtervoet. Kenny Blake viel bij Ballagarey Corner en verongelukte daarbij dodelijk.

Uitslag Senior TT[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant Suzuki 2.07'58"2 106,14 mph
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson Yamaha 2.10'32"4 104,05 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Newbold Suzuki 2.10'53"2 103,77 mph
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex George Suzuki 2.11'03"8 103,63 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Billie Guthrie Suzuki 2.11'27"2 103,32 mph
6 Vlag van Noord-Ierland Con Law Yamaha 2.11'34"4 103,23 mph
7 Bob Jackson Suzuki 2.11'48"2 103,05 mph
8 Geoff Johnson Yamaha 2.12'02"4 102,86 mph
9 Vlag van Nieuw-Zeeland Dennis Ireland Suzuki 2.12'21"2 102.62 mph
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Mellor Suzuki 2.12'50"0 102,25 mph
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Malcolm Lucas Suzuki 2.13'54"4 101,43 mph
12 Vlag van Zweden Lennart Bäckström Suzuki 2.14'13"0 101,20 mph
13 Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Jon Ekerold Suzuki 2.14'33"0 100,95 mph
14 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Huxley Yamaha 2.14'48"0 100,76 mph
15 Vlag van Australië Graeme McGregor Yamaha 2.15'29"4 100,24 mph
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bernard Murray Yamaha 2.15'36"2 100,16 mph
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Chatterton Yamaha 2.17'00"8 99,13 mph
18 Klaus Klein Suzuki 2.17'04"8 99,08 mph
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Reid Yamaha 2.17'42"0 98,64 mph
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Parrish Yamaha 2.17'42"6 98,63 mph
23 Vlag van Australië Jeffrey Sayle Yamaha 2.19'31"0 97,35 mph
25 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Huewen Suzuki 2.20'10"2 96,90 mph
27 Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Nation Yamaha 2.21'38"4 95,89 mph
38 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Suzuki 2.30'35"6 90,19 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk George Fogarty Suzuki Val
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Chris Guy Yamaha Val
DNF Vlag van Australië Kenny Blake Yamaha Val (†)
DNF Vlag van Australië Barry Smith Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Stan Woods Suzuki
DNF Vlag van Noord-Ierland Sam McClements Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Cull Suzuki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Jackson jr. Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin Suzuki
DNF Vlag van Nederland Jan Kostwinder Yamaha
DNF Vlag van Ierland Conor McGinn Yamaha Val
DNF Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby Suzuki

Junior TT[bewerken | brontekst bewerken]

Woensdag 10 juni, 6 ronden (364,38 km), toegelaten: alle motoren tot 250 cc.

Jon Ekerold nam niet al te veel risico's omdat de Mountain Course in de ochtend zeer verraderlijk was: het was bijna niet te zien of de schaduwplekken nat of droog waren. In de tweede ronde werd hij ingehaald door Steve Tonkin, die een volle minuut later gestart was. Ekerold haalde Tonkin op de weg wel weer in, maar hij wist op dat moment dat hij 20 seconden per ronde moest goedmaken om kans op de winst te maken. In de vierde ronde maakte een kapotte inlaatschijf een einde aan zijn race. Intussen reed Graeme McGregor een nieuw ronderecord van 109,22 mijl per uur, maar ook hij viel uit, terwijl de pech van Charlie Williams, die al negen TT-races gewonnen had, aanhield. Hij reed met een ontstoken arm en kon ondanks een pijnstillende injectie niet verder komen dan de derde plaats. Tonkin won de race met zijn CCM-Armstrong-Rotax en maakte daarmee een einde aan de elfjarige overheersing van Yamaha in de Junior TT.

Uitslag Junior TT[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin CCM-Rotax[1] 2.07'53"0 106,21 mph
2 Bob Jackson Yamaha 2.09'15"2 105,08 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha 2.09'39"0 104,76 mph
4 Vlag van Australië Jeffrey Sayle CCM-Rotax 2.09'57"8 104,51 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Donnie Robinson Rotax 2.11'17"2 103,45 mph
6 Bill Simpson Yamaha 2.14'19"8 101,11 mph
7 Pete Wild Yamaha 2.14'43"8 100,81 mph
8 Richard Swallow Yamaha 2.14'44"2 100,81 mph
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Huxley Yamaha 2.15'00"6 100,60 mph
10 Kenny Harrison Yamaha 2.15'29"8 100,24 mph
11 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bernard Murray Yamaha 2.16'40"8 99,37 mph
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk Neil Tuxworth Yamaha 2.17'09"4 99,03 mph
13 Vlag van Nieuw-Zeeland Dennis Ireland Yamaha 2.17'23"6 98,85 mph
14 David Hughes Yamaha 2.19'11"2 97,58 mph
15 Vlag van Noord-Ierland Trevor Steele Yamaha 2.19'31"4 97,35 mph
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Graham Young Yamaha 2.20'01"2 97,00 mph
17 Jim Wells Yamaha 2.21'11"6 96,20 mph
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Huewen SDC 2.21'21"2 96,09 mph
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Lawton Yamaha 2.21'28"8 96,00 mph
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Walter Dawson Maxton 2.22'00"8 95,64 mph
21 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Head Yamaha 2.22'45"0 95,15 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Mellor Onbekend
DNF Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Jon Ekerold CCM-Rotax Inlaatschijf
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Onbekend
DNF Vlag van Australië Graeme McGregor Kawasaki
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Cull Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Brian Reid Onbekend
DNF Vlag van Nederland Boet van Dulmen Rotax
DNF Vlag van Nederland Jan Kostwinder Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Mortimer Onbekend

Formula Two TT en Formula Three TT[bewerken | brontekst bewerken]

Woensdag 10 juni, 4 ronden (242,92 km), toegelaten: Formula Two: tweetaktmotoren van 250 tot 350 cc, viertaktmotoren van 400 tot 600 cc. Formula Three: tweetakmotoren van 125 tot 250 cc, viertaktmotoren van 200 tot 400 cc. De motorfietsen moesten gehomologeerd zijn: het moesten normale productiemotoren zijn waarvan er ten minste 1000 waren verkocht.

De Formula Two TT werd niet zoals verwacht werd gewonnen door een Yamaha RD 350, maar door de Ducati Pantah 600 van Tony Rutter, die een nieuw ronderecord reed. Phil Mellor werd aanvankelijk als tweede geklasseerd, maar zijn RD 350 bleek een 24-litertank te hebben, in plaats van de voorgeschreven 20-litertank. Opmerkelijke deelnemers waren de zijspancoureurs Roy Hanks en Mick Boddice, die allebei uitvielen. Hanks had al een derde en een vijfde plaats gescoord in de Sidecar TT en Boddice had een tweede plaats behaald.

De Formula Three TT werd voor het derde jaar op rij gewonnen door Barry Smith, die al in 1969 zijn Grand Prix-carrière had afgesloten maar nog steeds een trouw deelnemer aan de TT was.

Uitslag Formula Two TT en Formula Three TT[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Snelheid
Formula Two TT
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Ducati 1.28"51"4 191,91 mph
2 Phil Odlin Honda 1.30'22"8 100,19 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Yamaha 1.31'46"2 98,67 mph
4 Bob Jackson Yamaha 1.32'25"6 97,97 mph
5 Geoff Johnson Yamaha 1.33'18"0 97,05 mph
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Mason Honda 1.33'25"8 96,92 mph
7 Vlag van Duitsland Hans-Otto Butenuth Ducati 1.33'40"8 96,66 mph
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Graham Bentman Honda 1.33'58"0 96,36 mph
9 Mike Kneen Honda 1.36'45"2 93,59 mph
10 Peter Davies Laverda 1.37'06"0 93,25 mph
17 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ray Knight Honda 1.40'47"8 89,83 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Hanks Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice Onbekend
DSQ Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Mellor Yamaha Tank te groot
Formula Three TT
1 Vlag van Australië Barry Smith Yamaha 1.30'51"4 99,66 mph
2 Dave Raybon Yamaha 1.33'04"2 97,29 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Denis Casement Yamaha 1.34'39"8 95,65 mph
4 Roger Hunter Yamaha 1.36'24"6 93,92 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Arnold Aermacchi 1.36'45"2 93,59 mph
6 Jimmy Millar Aermacchi 1.38'09"0 92,25 mph
7 Malcolm Wheeler Aermacchi 1.38'12"6 91,27 mph
8 John Stephens Honda 1.39'27"4 91,05 mph
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Denis Gallagher Aermacchi 1.39'40"8 90,84 mph
10 Derek Mortimer Yamaha 1.39'51"8 90,57 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Smith Honda

Classic TT[bewerken | brontekst bewerken]

Donderdag 11 juni, 6 ronden (364,38 km).

Na het verlies in de Formula One TT was Honda er alles aan gelegen om de belangrijkste race, de Classic TT, te winnen. Daarom werden de Formula One Honda's van Joey Dunlop, Alex George en Ron Haslam op 1.123 cc gebracht. De Suzuki's van Graeme Crosby en Mick Grant bleven op 997 cc. Haslam viel met pech uit en Dunlop, die wel een absoluut ronderecord van 115,54 mijl per uur reed, kwam bijna zonder benzine te staan. Hij haalde de pit nog wel om te tanken, maar viel alsnog uit. George was de enige overgebleven Honda-coureur, maar hij moest het hoofd buigen voor Crosby en Grant, waardoor de TT van 1981 een groot succes werd voor Suzuki met overwinningen in de Formula One TT, de Senior TT en de Classic TT.

Uitslag Classic TT[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Nieuw-Zeeland Graeme Crosby Suzuki 1.59'34"8 113,58 mph
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Grant Suzuki 2.00'04"8 113,11 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alex George Honda 2.02'14"0 111,12 mph
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk John Newbold Suzuki 2.05'23"4 108,32 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alan Jackson jr. Suzuki 2.05'34"0 108,17 mph
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bernard Murray Yamaha 2.05'36"2 108,14 mph
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Ward Yamaha 2.06'05"0 107,71 mph
8 Bill Simpson Yamaha 2.06'29"8 107,37 mph
9 Vlag van Verenigd Koninkrijk Ian Richards Kawasaki 2.07'55"0 106,18 mph
10 Vlag van Verenigd Koninkrijk Bill Smith Suzuki 2.08'03"0 106,07 mph
11 Steve Moynihan Yamaha 2.08'17"2 105,87 mph
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Chatterton Yamaha 2.08'50"8 105,41 mph
13 Klaus Klein Suzuki 2.09'28"8 104,90 mph
14 John Robinson Spondon 2.10'15"0 104,28 mph
15 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Henshaw Suzuki 2.10'50"4 103,81 mph
16 Vlag van Verenigd Koninkrijk Neil Tuxworth Spondon 2.11'05"0 103,62 mph
17 Stuart Jones Suzuki 2.12'32"6 102,47 mph
18 Vlag van Duitsland Gerhardt Vogt Suzuki 2.12'36"0 102,43 mph
19 Trevor Steele Suzuki 2.13'41"2 101,60 mph
20 Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Head Yamaha 2.16'11"0 99,73 mph
DNF Vlag van Verenigde Staten Dale Singleton Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Billie Guthrie Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Tonkin Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Charlie Williams Onbekend
DNF Vlag van Noord-Ierland Joey Dunlop Honda
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Tony Rutter Onbekend
DNF Vlag van Nieuw-Zeeland Dennis Ireland Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Roger Marshall Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Stan Woods Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Ron Haslam Honda
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Chis Guy Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Cull Onbekend
DNF Vlag van Zuid-Afrika (1928-1982) Jon Ekerold Onbekend
DNF Vlag van Nederland Boet van Dulmen Yamaha Vastloper
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Nation Onbekend
DNF Vlag van Australië Jeffrey Sayle Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Parrish Onbekend
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Huewen Onbekend

Sidecar TT[bewerken | brontekst bewerken]

Beide manches van de Sidecar TT werden gewonnen door Jock Taylor en Benga Johansson. De grootste pechvogels waren Trevor Ireson en Clive Pollington, die twee keer uitvielen terwijl ze op de tweede plaats lagen.

Sidecar TT Leg One[bewerken | brontekst bewerken]

zaterdag 6 juni, 3 ronden (182,19 km)

Jock Taylor en Benga Johansson lieten er geen misverstand over bestaan dat ze de snelste waren. Al in de eerste ronde van de eerste manche verbraken ze het ronderecord, liepen in de tweede ronde nog verder uit en ze wonnen met bijna drie minuten voorsprong op Mick Boddice en Chas Birks. Hun racegemiddelde zou voldoende zijn geweest voor de vijfde plaats in de Formula One TT.

Sidecar TT Leg One uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor Vlag van Zweden Benga Johansson Fowler-Windle-Yamaha 1.03'27"4 107,02 mph
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Birks Yamaha 1.06'17"6 102,44 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bayley Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Bryson Yamaha 1.08'29"4 99,15 mph
4 Dennis Keen Geoff Leitch Yamaha 1.08'30"6 99,14 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Hanks Vlag van Verenigd Koninkrijk Vince Biggs Yamaha 1.09'04"6 98,31 mph
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Nigel Rollason Vlag van Verenigd Koninkrijk Don Williams Barton Phoenix[2] 1.11'05"4 95,53 mph
7 Frank Illingworth Guy Miller Yamaha 1.11'52"6 94,48 mph
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Plummer Vlag van Verenigd Koninkrijk Roger Tomlinson Kawasaki 1.13'22"4 92,56 mph
9 Keith Galtress Neil Shelton Yamaha 1.13'27"6 92,45 mph
10 Eric Cornes Robert Holmes Yamaha 1.14'01"2 91,75 mph
11 Benny Lysen Paul Jorgensen Yamaha 1.14'54"0 90,67 mph
12 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Cousins Vlag van Verenigd Koninkrijk Stephen Brockwell Yamaha 1.15'21"0 90,13 mph
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dick Hawes Vlag van Verenigd Koninkrijk Edwin Kiff Yamaha 1.15'57"6 89,40 mph
14 Karl-Heinz Plaschke Waldemar Jager Busch 1.16'05"4 89,25 mph
15 Mike Jones Dave Saunders Kawasaki 1.16'52"8 88,33 mph
16 Artie Oates Peter Cain Kawasaki 1.17'01"2 88,17 mph
17 Barry Moran Ron Hardy König 1.17'14"4 87,92 mph
18 Vlag van Duitsland Rolf Steinhausen Vlag van Duitsland Georg Willmann RSR-Yamaha 1.17'25"4 87,71 mph
19 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dennis Bingham Vlag van Verenigd Koninkrijk Julie Bingham Yamaha 1.17'31"8 87,59 mph
20 Vlag van Duitsland Kurt Jelonek Vlag van Duitsland Gerhard Wagner Yamaha 1.18'14"4 86,80 mph
28 Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Ireson[3] Vlag van Verenigd Koninkrijk Clive Pollington Ireson-Yamaha 1.21'10"2 83,66 mph
38 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Abbott Vlag van Verenigd Koninkrijk Shaun Smith Yamaha 1.34'03"0 72,71 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Dick Greasley Vlag van Verenigd Koninkrijk Stewart Atkinson Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Saville Vlag van Verenigd Koninkrijk Simon Birchall

Sidecar TT Leg Two[bewerken | brontekst bewerken]

Maandag 8 juni, 3 ronden (182,19 km)

Terwijl op maandagochtend de Senior TT na twee ronden was afgebroken vanwege het slechte weer, kon de tweede manche van de Sidecar TT 's middags gewoon doorgaan. Opnieuw waren Jock Taylor en Benga Johansson niet te achterhalen, ondanks problemen met de brandstoftoevoer in de laatste ronde. Dick Greasley en Stewart Atkinson, die in de eerste manche waren uitgevallen, werden nu tweede en Roy Hanks werd met Vince Biggs derde. Trevor Ireson viel voor de tweede keer uit terwijl hij op de tweede plaats lag en Dennis en Julie Bingham vielen bij Kirk Michael stil terwijl ze op de derde plaats lagen.

Sidecar TT Leg Two uitslag[bewerken | brontekst bewerken]

Pos Coureur Bakkenist Merk Tijd Snelheid
1 Vlag van Verenigd Koninkrijk Jock Taylor Vlag van Zweden Benga Johansson Fowler-Windle-Yamaha 1.04'57"2 104,55 mph
2 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dick Greasley Vlag van Verenigd Koninkrijk Stewart Atkinson Yamaha 1.06'52"2 101,56 mph
3 Vlag van Verenigd Koninkrijk Roy Hanks Vlag van Verenigd Koninkrijk Vince Biggs Yamaha 1.08'18"6 99,42 mph
4 Vlag van Verenigd Koninkrijk Nigel Rollason Vlag van Verenigd Koninkrijk Don Williams Barton Phoenix 1.09'05"8 98,28 mph
5 Vlag van Verenigd Koninkrijk Derek Bayley Vlag van Verenigd Koninkrijk Bob Bryson Yamaha 1.09'07"6 98,24 mph
6 Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Hallam Vlag van Verenigd Koninkrijk John Havercroft Yamaha 1.09'51"4 97,21 mph
7 Vlag van Verenigd Koninkrijk Steve Abbott Vlag van Verenigd Koninkrijk Shaun Smith Yamaha 1.10'19"0 96,58 mph
8 Vlag van Verenigd Koninkrijk Frank Wrathall Vlag van Verenigd Koninkrijk Phil Spendlove Yamaha 1.11'09"2 95,44 mph
9 Dennis Keen Geoff Leitch Yamaha 1.13'30"4 92,39 mph
10 Goronwy Davies Elfed Davies Yamaha 1.13'37"8 92,23 mph
11 Benny Lysen Paul Jorgensen Yamaha 1.13'54"0 91,90 mph
12 Vlag van Duitsland Rolf Steinhausen Vlag van Duitsland George Willmann RSR-Yamaha 1.14'47"2 90,81 mph
13 Vlag van Verenigd Koninkrijk Alistair Lewis Vlag van Verenigd Koninkrijk Richard Dumble Yamaha 1.14'58"6 90,58 mph
14 Dennis Holmes Steve Bagnall Yamaha 1.15'18"6 90,17 mph
15 Tim Eade Geoff Woodcock Yamaha 1.15'51"4 89,52 mph
16 Mike Jones Dave Saunders Kawasaki 1.15'52"4 89,51 mph
17 Colin Hopper Keith Neumann Barton Phoenix 1.15'57"4 89,41 mph
18 Vlag van Verenigd Koninkrijk Keith Cousins Vlag van Verenigd Koninkrijk Stephen Brockwell Yamaha 1.16'08"4 89,19 mph
19 Ian McDonald Anthony Kemp Yamaha 1.16'17"0 89,02 mph
20 Michael Burcombe Derek Rumble jr. Yamaha 1.16'34"4 88,69 mph
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Dennis Bingham Vlag van Verenigd Koninkrijk Julia Bingham Yamaha Motor
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Trevor Ireson Vlag van Verenigd Koninkrijk Clive Pollington Ireson-Yamaha Versnellingsbak
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Mick Boddice Vlag van Verenigd Koninkrijk Chas Birks Yamaha
DNF Vlag van Verenigd Koninkrijk Dave Saville Vlag van Verenigd Koninkrijk Simon Birchall

Trivia[bewerken | brontekst bewerken]

Boet van Dulmen[bewerken | brontekst bewerken]

Boet van Dulmen kwam voor het eerst naar het eiland Man, maar moest na de trainingsweek op en neer naar Nederland om te racen in Tubbergen. Hij had toen door een aantal vastlopers eigenlijk nog niet genoeg van de verplichte trainingsronden voor nieuwkomers afgelegd, maar kreeg dispensatie van de ACU om toch deel te nemen, ook al omdat zijn trainingstijden voldoende waren. In de Junior TT viel hij al na anderhalve ronde uit en in de Classic TT kreeg zijn Yamaha TZ 750 in de derde ronde een vastloper. Voor Boet was dat niet zo erg, want hij beschouwde dit als een "leerjaar" om het in 1982 beter te kunnen doen. Hij zou echter nooit meer op het eiland Man rijden.

Jon Ekerold[bewerken | brontekst bewerken]

Jon Ekerold wilde niet de indruk wekken dat hij alleen voor het startgeld (men sprak over 20.000 pond (45.000 Euro)) naar het eiland was gekomen. Daarom stond hij op de ochtend van de Junior TT om vier uur op om met een auto het parcours nog eens te verkennen, zodat hij beslagen ten ijs zou komen.

Tony Rutter[bewerken | brontekst bewerken]

De 39-jarige veteraan Tony Rutter won de Formula Two TT met een Ducati 600 Pantah die twee weken voor de TT bij een verkeersongeval total loss was gereden. Rutter had al TT-ervaring sinds 1965, maar kwam in 1991 nog aan de start.