Ingrid Kristiansen

Ingrid Kristiansen
Ingrid Kristiansen met echtgenoot en kind in 1987.
Persoonlijke informatie
Volledige naam Ingrid Kristiansen
Geboortedatum 21 maart 1956
Geboorteplaats Trondheim
Nationaliteit Vlag van Noorwegen Noorwegen
Lengte 1.69 m
Gewicht 50 kg
Sportieve informatie
Discipline skiën: langlaufen; atletiek: lange afstand
Trainer/coach Johan Kaggestad
Eerste titel Europees jeugdkampioene langlaufen 1974
Olympische Spelen 1984, 1988
Extra Wereldrecordhoudster 5000 m 1981, 1984-1985, 1986-1995; 10.000 m 1985-1986; 10 km 1989-1996, 15 km 1987-1991, halve marathon 1989-1991; marathon 1985-1998
Portaal  Portaalicoon   Sport
Ingrid Kristiansen in 2015 te gast bij de Bislett Games, in het stadion waaraan zij zulke goede herinneringen bewaart.

Ingrid Kristiansen, geboren als Ingrid Christensen (Trondheim, 21 maart 1956) is een voormalige Noorse langeafstandsloopster, die met name bekend raakte door haar wereldrecords in de jaren tachtig. Zij veroverde als eerste vrouw wereldtitels op zowel de baan, de weg, als bij het veldlopen, maar werd nooit olympisch kampioene. Haar beste prestatie op de Olympische Spelen was een vierde plaats op de eerste olympische marathon in 1984.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Langlauf-kampioene[bewerken | brontekst bewerken]

Veel van haar talent bouwde Kristiansen spelenderwijs op als kind. "Daardoor trainde ik als de Kenianen. Ik speelde de hele dag, meestal met jongens, zat nooit stil. Op de fiets, of met mijn ouders klimmen in de bergen bij Trondheim, met een grote rugzak. Spelen is ook een vorm van natuurlijke training."[1] Op haar vijftiende startte zij met een serieuze vorm van training, alhoewel niet voor de atletieksport, maar voor het langlaufen. Kristiansen: "Pas op mijn 24e koos ik voor het hardlopen als sport nummer één, doordat ik mijn studie had afgerond en ging werken. Het was gemakkelijker om met een werkdag van 8.00 tot 16.00 hardloper te zijn dan een skiër."[2] In het langlaufen boekte ze diverse successen met acht nationale titels op rij en als hoogtepunt een Europese jeugdtitel in 1974.
Intussen ging het hardlopen haar ook niet slecht af, want reeds in 1977 veroverde zij haar eerste nationale titel op de 3000 m. Dat jaar liep zij in Trondheim ook haar eerste marathon, die zij gelijk won in 2:45.15.

Eerste WK-medaille[bewerken | brontekst bewerken]

Drie jaar later veroverde Kristiansen haar eerste internationale hardloopmedaille. De 3000 m was nog niet opgenomen in het olympisch programma. Ter compensatie werd door de IAAF voor zowel dit nummer als voor de 400 m horden in augustus 1980 in Sittard, Nederland, een apart wereldkampioenschap voor vrouwen georganiseerd. Hier werd de Noorse derde op de 3000 m in 8.58,8. Eerder dat jaar had zij ook al aan de wereldkampioenschappen veldlopen deelgenomen, waarop zij als vijftiende was geëindigd, waarna zij in juni in Stockholm de marathon had gewonnen in 2:38.45.

Beste wereldprestatie op 5000 m[bewerken | brontekst bewerken]

Op 11 juli 1981 vond er in het Bislettstadion in Oslo een bijzondere 5000 m plaats. De IAAF had namelijk bepaald dat de beste 5000 metertijd van 1981 aan het eind van het jaar de boeken in zou gaan als het eerste officiële wereldrecord bij de vrouwen. De meervoudige Noorse kampioene Grete Waitz wilde graag de eerste mondiale recordhoudster zijn op deze afstand en hoopte dit te realiseren op de erkend snelle baan in het Bislettstadion. Onder de deelnemers bevond zich ook de toen nog ongehuwde Ingrid Christensen. Waitz kreeg tijdens de race echter last van een oude voetblessure, hield desondanks vol tot ruim een kilometer voor het einde, maar moest toen opgeven. Christensen nam vervolgens Waitz’s rol over en kwam, aangemoedigd door 12.000 toeschouwers, tot een beste jaarprestatie van 15.28,43.[3] Een wereldrecord werd het evenwel toch niet. Die eer bleek weggelegd voor de Britse Paula Fudge, die twee maanden later in Knarvik 15.14,51 voor zich liet noteren.

Brons op EK-marathon[bewerken | brontekst bewerken]

Helemaal aan het begin van 1982 won de inmiddels getrouwde Ingrid Kristiansen de halve marathon van Egmond; zonder noemenswaardige tegenstand finishte de Noorse in de recordtijd van 1:17.06.[4] Later dat jaar veroverde zij haar eerste kampioenschapsmedaille op de marathon. Tijdens de Europese kampioenschappen in Athene werd zij derde in 2:36.39, op ruim een halve minuut achter winnares Rosa Mota uit Portugal. Met deze prestatie zou zij ook in 1983, op de allereerste officiële wereldkampioenschappen in Helsinki, kanshebster zijn geweest voor eremetaal, ware het niet dat uit een medisch onderzoek dat voorjaar was gebleken, dat zij al zes maanden zwanger was.[5] In augustus werd vervolgens haar eerste kind, een zoon, geboren.
Vijf maanden later, op 15 januari 1984, was Kristiansen alweer fit genoeg om de marathon van Houston te winnen in haar beste tijd tot dan toe, 2:27.51. Vervolgens werd zij in mei ook eerste op de marathon van Londen in 2:24.26 en promoveerde zij zichzelf hiermee tot een van de favorieten voor de allereerste olympische titel op de marathon tijdens de Olympische Spelen van Los Angeles, later dat jaar.

Als eerste onder de 15 minuten[bewerken | brontekst bewerken]

Om haar groeiende vorm te onderstrepen deed Kristiansen op 28 juni een aanval op het wereldrecord op de 5000 m, dat inmiddels sinds 1982 met 15.08,26 op naam stond van de Amerikaanse Mary Decker. Net als in 1981 was het Bislettstadion het decor en met Grete Waitz ditmaal als aandachtige toeschouwer slaagde zij in haar opzet. Met haar tijd van 14.58,89 werd zij bovendien de eerste vrouw ter wereld die door de barrière van 15 minuten heen brak.[3] Enkele maanden later volgde echter een forse teleurstelling. Als favoriete voor de titel van start gegaan op de marathon tijdens de Spelen van Los Angeles verkeek Kristiansen, net als al haar concurrentes, zich op het hoge aanvangstempo van de Amerikaanse Joan Benoit, die zich al heel vroeg in de wedstrijd van de rest afscheidde. Waar iedereen de instorting van de Amerikaanse in de loop van de wedstrijd verwachtte, bleef die uit. De wereldrecordhoudster, die eerder dat jaar zelfs nog een knieoperatie had ondergaan, won met meer dan een minuut voorsprong in 2:24.52, voor Grete Waitz (2:26.18) en Rosa Mota (2:26.57), terwijl Kristiansen met 2:27.34 met lege handen achterbleef.

Wereldrecords op marathon en 10.000 m[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren die volgden bereikte Ingrid Kristiansen het hoogtepunt van haar atletiekcarrière. Zo won zij in 1985, een maand nadat zij op de wereldkampioenschappen veldlopen in Lissabon derde was geworden op minder dan een halve minuut achter winnares Zola Budd, de marathon van Londen in 2:21.06, een verbetering van het wereldrecord van Joan Benoit uit 1983 met ruim anderhalve minuut. Het record hield dertien jaar stand, totdat Tegla Loroupe er in 1998 op de marathon van Rotterdam 2:20.47 van maakte. Dat jaar verbeterde zij ook het wereldrecord op de 10.000 m en weer was het Bislettstadion het decor. Kristiansen had haar zinnen gezet op verbetering van het record van de Russin Olga Bondarenko uit 1984 van 31.13,78 en wilde bovendien als eerste vrouw ter wereld onder de 31 minuten duiken. De Noorse, gesteund door het enthousiaste Bislett-publiek,[3] slaagde in haar opzet en kwam tot 30.59,42. Met deze prestatie was zij nu als enige ter wereld zowel bij de mannen als bij de vrouwen tegelijkertijd houdster geworden van de wereldrecords op de 5000 m, de 10.000 m en de marathon.

In 1986 veroverde Kristiansen haar eerste internationale titel; zij werd in Stuttgart Europees kampioene op de 10.000 m, nadat zij eerder in april van dat jaar in 2:24.55 de marathon van Boston had gewonnen, om vervolgens in juli en augustus met succes haar eigen wereldrecords op de 10.000 m en de 5000 m aan te vallen. De mondiale toptijden werden door de Noorse op 30.13,74 respectievelijk 14.37,33 gesteld. In het eerste geval was opnieuw het Bislettstadion de plaats van handeling, het tweede record realiseerde zij in Stockholm. Met dank aan de Nederlandse Elly van Hulst. Kristiansen: "Zij hielp mij in 1986 op zeer gelijkmatige wijze aan mijn 5000-meterrecord in Stockholm."[1]

Wereldkampioene[bewerken | brontekst bewerken]

In 1987 begon Kristiansen opnieuw, net als in 1985, met een derde plaats op de WK veldlopen in maart, om vervolgens in Londen op de marathon een serieuze aanval te doen op haar eigen wereldrecord. Die aanval mislukte. Kristiansen: "Het was me, denk ik, onder normale omstandigheden (...) ook gelukt. In ieder geval was ik dan onder de 2.20 gebleven. Maar in een marathon moet je alles mee hebben. Je benen, je lichaam, het weer, het parkoers."[1] Toen Kristiansen onderweg eenmaal merkte, dat zij te veel alleen moest doen,[6] paste zij in het tweede deel van de wedstrijd haar tempo aan en won met een voorsprong van meer dan vier minuten in 2:22.48.
Voor de wereldkampioenschappen in 1987 had Kristiansen zich aangemeld als deelneemster aan de 10.000 m. Ter voorbereiding hierop won zij tijdens de Bislett Games de 10.000 m in 31.15,66, waarna er op de WK in Rome geen vuiltje aan de lucht bleek en zij, ondanks een in de loop van de race opspelende blessure, in 31.05,85 haar eerste gouden plak op een WK veroverde. Vervolgens was zij in oktober in Nederland, waar zij in 50.31 de Dam tot Damloop op haar naam schreef, op ruim anderhalve minuut gevolgd door Carla Beurskens. Eind november sloot zij het jaar in stijl af door in Monaco een tweede wereldtitel te veroveren: op de 15 km werd zij wereldkampioene op de weg in 47.17, een wereldrecordtijd.

Twee wereldtitels binnen een week[bewerken | brontekst bewerken]

In 1988 trok Ingrid Kristiansen de lijn van het jaar ervoor door. Eerst prolongeerde zij op 20 maart in het Australische Adelaide in een winnende 48.24 haar wereldtitel op de weg, om zes dagen later in het Nieuw-Zeelandse Auckland haar vierde wereldtitel op rij en de eerste bij het veldlopen te veroveren. Terug in Europa stond zij drie weken later alweer aan de start van de marathon van Londen, die zij opnieuw won, voor de tweede maal in successie en de vierde maal in totaal. Aan de finish had zij een voorsprong van bijna vijf minuten. Daarna nam de Noorse wat gas terug en bereidde zij zich middels deelname aan diverse baanwedstrijden voor op de 10.000 m op de Olympische Spelen in Seoel. Opnieuw waren de Bislett Games een belangrijke graadmeter, waar zij ditmaal als tweede finishte in 31.31,37. In Seoel kreeg Kristiansen in de olympische 10.000 meterfinale te kampen met een ernstige blessure. Een breuk in een botje van haar rechtervoet dwong haar tot opgave, terwijl zij aan de leiding lag.[7] Opnieuw bleek olympisch succes niet voor haar weggelegd.

Wereldrecord op halve marathon[bewerken | brontekst bewerken]

In 1989 liet zij alweer vroeg in het jaar zien volledig te zijn hersteld van haar in Seoel opgelopen voetblessure. Tijdens een halve marathon in het Amerikaanse New Bedford half maart liet zij een tijd noteren van 1:08.31, drie seconden beneden het wereldrecord van Joan Benoit uit 1984. Kristiansen had weliswaar in 1987 in eigen land al eens een halve marathon in 1:06.40 gelopen, maar die tijd was nooit als record erkend. Vervolgens meldde zij zich een maand later aan de start van de marathon van Boston, die zij eerder in 1986 ook al eens had gewonnen en ook ditmaal zegevierde zij. Aan het eind van dat jaar was de marathon van New Tork aan de beurt en ook hier ging zij er met de hoofdprijs vandoor.

Daarna was er sprake van een time-out, want Ingrid Kristiansen raakte opnieuw zwanger en beviel op 1 augustus 1990 van een dochter.

Tweede comeback[bewerken | brontekst bewerken]

Nog was Kristiansen daarna het lopen niet moe en opnieuw kwam zij terug. In Nederland won zij in maart 1991 de City-Pier-City Loop, waarna zij zich in Boston weer aan de marathon waagde, met ditmaal een finish als zesde als resultaat. In de loop van het jaar zegevierde zij daarna in diverse prestigieuze wedstrijden, waaronder in november de Zevenheuvelenloop, maar op de WK in Tokio slaagde zij er niet in om een rol van betekenis te spelen; op de 10.000 m eindigde zij als zesde. Ingrid Kristiansen: "Er was iets fout. Goed fout. Pas na de WK van 1991 kwamen we erachter dat het een te laag bloedsuikergehalte was. Ik kon 40 to 45 minuten hardlopen, maar viel vervolgens bijna dood neer. In Tokio was ik desondanks in goede vorm. Het was warm en vochtig. Vanaf de vijfde ronde houden de herinneringen op. Ik werd vijfde of zesde. Hoe ik me na afloop voelde? Verschrikkelijk, en dacht maar aan één ding: dit wil ik niet meer. Het was alsof ik buiten mijn lichaam was getreden. Ik liep, maar was er zelf niet bij."[1] Na een dieet voelde de Noorse zich weer goed, maar raakte zwanger van haar derde kind. Opnieuw kreeg zij een dochter.[1]

Grote overwinningen en topprestaties bleven daarna uit, ook al veroverde Ingrid Kristiansen tot ver in de jaren negentig nog nationale titels. Haar laatste optreden in een marathon was in die van Boston in 1996, waar zij als twintigste finishte. "Sport vind ik een klein onderdeel van mijn leven, familie is voor mij veel belangrijker. Ik wilde eerder stoppen, maar ik houd van de competitie. En daarom ging ik door. Dit is mijn leven", aldus Ingrid Kristiansen begin deze eeuw.[1]

Ingrid Kristiansen is lid geweest van het IAAF Cross Country & Road Running Comité en vicepresident van de Noorse loopvereniging.

Titels[bewerken | brontekst bewerken]

  • Wereldkampioene 10.000 m - 1987
  • Wereldkampioene 15 km - 1987, 1988
  • Wereldkampioene veldlopen - 1988
  • Europees kampioene 10.000 m - 1986
  • Noors kampioene 1500 m - 1980, 1981, 1985, 1986
  • Noors kampioene 3000 m - 1977, 1982, 1984, 1985
  • Noors kampioene 5000 m - 1982, 1989, 1991
  • Noors kampioene halve marathon - 1987, 1994, 1995
  • Noors indoorkampioene 1500 m - 1987
  • Noors kampioene veldlopen - 1978, 1979, 1984, 1986, 1987, 1992
  • Europees jeugdkampioene langlaufen - 1974

Wereldrecords[bewerken | brontekst bewerken]

Afstand Tijd Datum Plaats
5000 m 14.58,89 28 juni 1984 Oslo
5000 m 14.37,33 5 augustus 1986 Stockholm
10.000 m 30.59,42 27 juli 1985 Oslo
10.000 m 30.13,74 5 juli 1986 Oslo
10 km 30.59 9 april 1989 Boston
15 km 47.17 21 november 1987 Monaco
halve marathon 1:08.31 19 maart 1989 New Bedford
marathon 2:21.06 21 april 1985 Londen

Persoonlijke records[bewerken | brontekst bewerken]

Baan
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
800 m 2.09,7 5 juli 1981
1500 m 4.05,97 10 augustus 1986 Sandnes
3000 m 8.34,10 13 augustus 1986 Zürich
5000 m 14.37,33 (ex-WR) 5 augustus 1986 Stockholm
10.000 m 30.13,74 (ex-WR) 5 juli 1986 Oslo
Weg
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
10 km 30.59 (ex-WR) 9 april 1989 Boston
15 km 47.17 (ex-WR) 21 november 1987 Monaco
halve marathon 1:08.31 (ex-WR) 19 maart 1989 New Bedford
marathon 2:21.06 (ex-WR) 21 april 1985 Londen
Indoor
Onderdeel Prestatie Datum Plaats
1500 m 4.16,6 18 januari 1986 Oslo

Overige overwinningen[bewerken | brontekst bewerken]

  • EK junioren cross country ski - 1974

Onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Palmares[bewerken | brontekst bewerken]

1500 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1980: Goud Noorse kamp. - 4.19,4
  • 1981: Goud Noorse kamp. - 4.16,40
  • 1985: Goud Noorse kamp. - 4.11,62
  • 1986: Goud Noorse kamp. - 4.05,97

3000 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1977: Goud Noorse kamp. - 9.36,5
  • 1978: Goud Oslo - 9.09,5
  • 1978: 4e Bislett Games - 9.02,1
  • 1978: Goud Lyngby - 9.01,3
  • 1978: Zilver Noorse kamp. - 9.01,8
  • 1978: 10e EK - 9.02,87
  • 1979: Brons Oslo - 9.07,92
  • 1979: Zilver Noorse kamp. - 9.15,2
  • 1980: Zilver Noorse kamp. - 9.08,0
  • 1980: Brons WK - 8.58,8
  • 1981: Goud FBK Games - 8.57,7
  • 1982: Goud Noorse kamp. - 9.00,5
  • 1982: 8e EK - 8.51,79
  • 1984: Goud Noorse kamp. - 9.01,90
  • 1985: Goud Noorse kamp. - 8.52,85
  • 1985: Zilver Znamensky Memorial - 8.50,64
  • 1985: 5e DN Galan - 8.51,68
  • 1985: Brons SCAAA Peugeot Talbot Games in Londen - 8.40,34
  • 1986: Goud Fana - 8.48,85
  • 1986: Goud SWE vs NOR vs SUI in Lausanne - 8.47,03
  • 1986: Goud Nikaia in Nice - 8.35,88
  • 1986: Goud Weltklasse Zürich - 8.34,10
  • 1988: Goud Jessheim Meeting - 8.49,56
  • 1988: Goud Stora Invitational in Kvarnsveden - 8.45,09
  • 1988: Zilver Giro Games in Belfast - 8.43,59
  • 1988: 4e Weltklasse Zürich - 8.46,38
  • 1989: Zilver Prefontaine Classic - 8.59,20
  • 1989: Goud Stockholm Meeting - 8.46,77
  • 1989: 5e Weltklasse Zürich - 8.50,69
  • 1991: Goud Tonsberg Meeting - 8.56,01
  • 1992: Brons NOR-ESP-SWE in Oslo - 9.06,43

5000 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1981: Goud Oslo - 15.28,43
  • 1981: Zilver GBR vs NOR in Knarvik - 15.29,21
  • 1982: Goud Florence - 15.29,34
  • 1982: Brons Bislett Games - 15.21,81
  • 1982: Goud Noorse kamp. - 15.30,84
  • 1984: Goud Bislett Games - 14.58,89 (WR)
  • 1985: Goud Oslo Games - 15.10,52
  • 1985: Zilver Nations Meeting in Londen - 14.57,43
  • 1986: Goud FBK Games - 14.58,70
  • 1986: Goud Stockholm Meeting - 14.37,33 (WR)
  • 1987: Goud Bislett Games - 15.19,76
  • 1988: Zilver IAAF/Mobil Grand Prix Finale- 15.10,89
  • 1989: Goud Noorse kamp. - 15.35,65
  • 1991: Goud Noorse kamp. - 15.13,39

10.000 m[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1985: Goud Bislett Games - 30.59,42 (WR)
  • 1986: Goud Bislett Games - 30.13,74 (WR)
  • 1986: Goud EK - 30.23,25
  • 1987: Goud Bislett Games - 31.15,66
  • 1987: Goud WK - 31.05,85
  • 1988: Zilver Bislett Games - 31.31,37
  • 1988: DNF OS (serie 31.44,69)
  • 1989: Goud Bislett Games - 30.48,51
  • 1989: Zilver Wereldbeker in Barcelona - 31.42,01
  • 1991: Goud Nacht van de Atletiek - 31.20,28
  • 1991: 7e WK - 32.10,75 (serie 31.50,36)

5 km[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1989: Goud Super Bowl in Denver - 16.30

10 km[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1983: Brons Continental Homes in Phoenix - 33.07
  • 1984: Goud Sentrumslopet in Oslo - 31.25
  • 1985: Goud Freihofer's Run for Women in Syracuse - 31.51
  • 1986: Goud Miami Orange Bowl - 31.31
  • 1986: Goud Bergen - 30.47
  • 1986: Goud L'Eggs Mini-Marathon in New York - 31.45
  • 1986: Goud Kopenhagen - 30.45
  • 1986: Goud Tufts in Boston - 31.40
  • 1987: Zilver Bob Hasan Bali - 32.04
  • 1987: Goud Sentrumslopet in Oslo - 31.52
  • 1987: 5e Legg's Mini Marathon in New York - 33.23
  • 1988: Goud Ome - 31.38
  • 1988: Goud L'Eggs Mini-Marathon in New York - 31.31
  • 1989: Goud Capital Bank Orange Bowl Bay Bridge Run in Miami - 32.53
  • 1989: Zilver Red Lobster in Orlando - 31.39
  • 1989: Goud MDA Boston Milk Run - 30.59
  • 1989: Goud Bolder Boulder - 33.59
  • 1989: Goud Harvard Community Health Plan in Medford - 32.06
  • 1991: Goud Hidroloppet in Porsgrunn - 32.20
  • 1994: Goud Sentrumslopet in Oslo - 32.20
  • 1995: Zilver Oslo - 34.07

12 km[bewerken | brontekst bewerken]

15 km[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1983: Brons Jacksonville River Run - 50.51
  • 1986: Goud Gasparilla Distance Classic in Tampa - 48.01
  • 1987: Goud WK in Monte Carlo - 47.17
  • 1988: Goud Gold Coast in Sanctuary Cove - 50.21
  • 1988: Goud WK in Adelaide - 48.24
  • 1989: Goud Gasparilla Distance Classic in Tampa - 48.14
  • 1991: Goud Zevenheuvelenloop - 48.46

10 Eng. mijl[bewerken | brontekst bewerken]

halve marathon[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1982: Goud halve marathon van Egmond - 1:17.06
  • 1982: Goud halve marathon van Mandal - 1:11.36
  • 1984: Goud halve marathon van Oslo - 1:10.32
  • 1986: Goud halve marathon van Oslo - 1:07.58
  • 1986: Goud halve marathon van Drammen - 1:09.03
  • 1987: Goud Noorse kamp. in Sandnes - 1:06.40 (1e overall)
  • 1989: Goud halve marathon van New Bedford - 1:08.31 (WR)
  • 1991: Goud City-Pier-City Loop - 1:09.05
  • 1991: Goud halve marathon van Göteborg - 1:12.30
  • 1991: Goud Great North Run - 1:10.57
  • 1994: Goud Noorse kamp. in Hommelvik - 1:13.14 (1e overall)
  • 1995: Goud Noorse kamp. in Ålgård - 1:13.22 (1e overall)
  • 1996: Goud halve marathon van Oslo - 1:14.28
  • 1997: 8e halve marathon van Oslo - 1:17.28
  • 1998: Zilver halve marathon van Oslo - 1:17.24
  • 2000: Zilver halve marathon van Lake Buena Vista - 1:17.23
  • 2000: Brons halve marathon van Oslo - 1:18.26
  • 2001: Zilver halve marathon van Lake Buena Vista - 1:19.05
  • 2002: 15e? halve marathon van Oslo - 1:39.21

marathon[bewerken | brontekst bewerken]

veldlopen[bewerken | brontekst bewerken]

  • 1976: Zilver Noorse kamp. in Lalm - 36.46
  • 1977: Zilver Noorse kamp. in Drammen - 40.00
  • 1978: Zilver Noorse kamp. in Trondheim - 11.54
  • 1979: 23e WK in Limerick - 18.10
  • 1979: Brons Noorse kamp. in Oslo - 13.40
  • 1980: 15e WK in Parijs - 16.18
  • 1980: Zilver Noorse kamp. in Farstad - 13.44
  • 1981: 16e WK in Madrid - 14.47
  • 1981: Zilver Noorse kamp. in Mandal - 13.12
  • 1981: Zilver Lidingoloppet - 55.40
  • 1982: 6e WK in Rome - 14.50,9
  • 1982: Goud Noorse kamp. in Sandefjord - 13.10
  • 1982: Zilver Noorse kamp. in Oslo - 34.23
  • 1983: 35e WK in Gateshead - 14.35
  • 1984: 4e WK in East Rutherford - 16.04
  • 1984: Goud Noorse kamp. in Hønefoss - 19.32
  • 1985: Brons WK in Lissabon - 15.27
  • 1986: Goud Noorse kamp. in Bergen - 19.45
  • 1987: Goud Noorse kamp. in Stavanger - 19.32
  • 1987: Brons WK in Warschau - 16.51
  • 1987: Goud Lidingoloppet - 51.58
  • 1988: Goud L'Equipe in Parijs - 16.55
  • 1988: Goud WK in Auckland - 19.04
  • 1992: Zilver Noorse kamp. in Strømmen - 21.14
  • 1992: Goud Noorse kamp. in Modum - 33.01
Zie de categorie Ingrid Kristiansen van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.