Indianapolis 500 in 1973

De 57e Indianapolis 500 werd gereden op maandag 28, dinsdag 29 en woensdag 30 mei 1973 op de Indianapolis Motor Speedway. Amerikaans coureur Gordon Johncock won de race. De race die over drie dagen gehouden werd wegens het aanhoudende regenweer, werd overschaduwd door een aantal ernstige ongelukken.

Startgrid[bewerken | brontekst bewerken]

Johnny Rutherford won de poleposition. Amerikaans coureur Art Pollard kwam tijdens de kwalificatieritten van 12 mei om het leven.

Rij Binnen Midden Buiten
1 Vlag Johnny Rutherford Vlag Bobby Unser Vlag Mark Donohue
2 Vlag Swede Savage Vlag Gary Bettenhausen Vlag Mario Andretti
3 Vlag Steve Krisiloff Vlag Al Unser Vlag Jimmy Caruthers
4 Vlag Peter Revson Vlag Gordon Johncock Vlag Bobby Allison
5 Vlag Graham McRae Vlag Roger McCluskey Vlag Lloyd Ruby
6 Vlag Bill Vukovich II Vlag Salt Walther Vlag Jerry Grant
7 Vlag Mel Kenyon Vlag Wally Dallenbach Vlag Mike Mosley
8 Vlag David Hobbs Vlag A.J. Foyt Vlag John Martin
9 Vlag Lee Kunzman Vlag Mike Hiss Vlag Dick Simon
10 Vlag Jerry Karl Vlag Joe Leonard Vlag George Snider
11 Vlag Bob Harkey Vlag Sammy Sessions Vlag Jim McElreath

Race[bewerken | brontekst bewerken]

De race startte op maandag met vertraging door het regenweer en bij de start was er meteen een ongeval waarbij elf wagens betrokken waren en waarbij elf toeschouwers gewond raakten. Daarna begon het te regenen en werd de race uitgesteld. De volgende dag werd er opnieuw gestart, maar tijdens de opwarmronde begon het opnieuw te regenen, waardoor de race weer niet van start kon gaan. Het bleef die dag verder regenen en de race werd opnieuw verschoven naar de volgende dag.

Op woensdag kon de race eindelijk van start gaan. Tijdens ronde 55 maakte de Amerikaan Swede Savage een pitstop. Hij liet zijn rechter achterband vervangen en zijn benzinetank voltanken. Twee ronden later reed hij tegen de buitenmuur van het circuit en werd met hoge snelheid tegen de binnenmuur gekatapulteerd, waardoor zijn wagen vuur vatte. Hij werd overgebracht naar het ziekenhuis, waar hij een maand later overleed. Meteen nadat het ongeluk had plaatsgevonden renden enkele mecaniciens naar de plek van het ongeluk. Een van hen werd aangereden door een brandweerwagen en stierf ter plaatse.[1]

Na de herstart nam A.J. Foyt, die uitgevallen was met zijn eigen wagen, de plaats in van George Snider maar gaf een tweede keer op met mechanische problemen. Vanaf de 73e ronde reed Gordon Johncock aan de leiding. In de 129e ronde begon het weerom te regenen en vier ronden later werd de race vroegtijdig beëindigd en Johncock won de race.

# Coureur Auto Ronden Opgave
1 Vlag Gordon Johncock Eagle-Offenhauser 133
2 Vlag Bill Vukovich II Eagle-Offenhauser 133
3 Vlag Roger McCluskey McLaren-Offenhauser 131
4 Vlag Mel Kenyon Eagle-Foyt 131
5 Vlag Gary Bettenhausen McLaren-Offenhauser 130
6 Vlag Steve Krisiloff Kingfish-Offenhauser 129
7 Vlag Lee Kunzman Eagle-Offenhauser 127
8 Vlag John Martin McLaren-Offenhauser 124
9 Vlag Johnny Rutherford McLaren-Offenhauser 124
10 Vlag Mike Mosley Eagle-Offenhauser 120 Mechanisch
11 Vlag David Hobbs Eagle-Offenhauser 107
12 Vlag George Snider Coyote-Foyt 101 Mechanisch
13 Vlag Bobby Unser Eagle-Offenhauser 100 Mechanisch
14 Vlag Dick Simon Eagle-Foyt 100 Mechanisch
15 Vlag Mark Donohue Eagle-Offenhauser 92 Mechanisch
16 Vlag Graham McRae (R) Eagle-Offenhauser 91 Mechanisch
17 Vlag Mike Hiss Eagle-Offenhauser 91 Mechanisch
18 Vlag Joe Leonard Parnelli-Offenhauser 91 Mechanisch
19 Vlag Jerry Grant Eagle-Offenhauser 77 Mechanisch
20 Vlag Al Unser Parnelli-Offenhauser 75 Mechanisch
21 Vlag Jimmy Caruthers Eagle-Offenhauser 73 Mechanisch
22 Vlag Swede Savage Eagle-Offenhauser 57 Ongeval
23 Vlag Jim McElreath Eagle-Offenhauser 54 Mechanisch
24 Vlag Wally Dallenbach Eagle-Offenhauser 48 Mechanisch
25 Vlag A.J. Foyt Coyote-Foyt 37 Mechanisch
26 Vlag Jerry Karl (R) Eagle-Chevrolet 22
27 Vlag Lloyd Ruby Eagle-Offenhauser 21 Mechanisch
28 Vlag Sammy Sessions Eagle-Foyt 17 Mechanisch
29 Vlag Bob Harkey Eagle-Foyt 12 Mechanisch
30 Vlag Mario Andretti Parnelli-Offenhauser 4 Mechanisch
31 Vlag Peter Revson McLaren-Offenhauser 3 Ongeval
32 Vlag Bobby Allison (R) McLaren-Offenhauser 2 Mechanisch
33 Vlag Salt Walther McLaren-Offenhauser 0 Ongeval
Gemiddelde snelheid : 255,987 km/h - Snelste Ronde : Roger McCluskey, 300,81 km/h

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]