Landen van Fugger

Wapen van Fugger.

De landen van Fugger vormden een complex van gebieden binnen het Heilige Roomse Rijk, dat in het bezit was van de familie Fugger. Het merendeel van de landen behoorde tot de Zwabische Kreits. Daarnaast lagen er landen binnen de Oostenrijkse Kreits, maar in deze gebieden was het overheidsgezag niet volledig in handen van de familie Fugger.

Fugger-Kirchberg-Weißenhorn[bewerken | brontekst bewerken]

Op 27 juli 1507 verpandde keizer Maximiliaan I het graafschap Kirchberg, de stad en de heerlijkheid Weißenhorn, het graafschap Mauerstetten en de heerlijkheid Pfaffenhofen aan Jakob Fugger. Vervolgens verhief de keizer de familie in 1511 in de gravenstand. Op 14 december 1530 werden de broers Raymund en Anton Fugger verheven tot rijksgraaf van Kirchberg en Weißenhorn. De landshoogheid blijft bij het markgraafschap Burgau, dat Oostenrijks bezit is. Het maakt dus deel uit van de Oostenrijkse Kreits. In de praktijk was het graafschap een condominium van Oostenrijk en Fugger.

Bezit:

  • Hoofdambt Kirchberg
  • Pleegambt Weißenhorn met de heerlijkheid Pfaffenhofen.

Regenten:

Van 1626 tot 1696 was er een oudere tak te Weissenhorn.

regering naam geboren overleden familie
-1579 Georg 1518 28-8-1569
1579-1618 Philips Eduard 1546 14-8-1618 zoon
1618-1626 Hugo 1589 1626 zoon
1626-1654 Karel Philips 1622 27-8-1654 zoon
1654-1690 Hugo Frederik 1649 1690 zoon
1690(26)-1692 Albrecht 1624 11-10-1692 jongere zoon van Hugo
1692-1720 Frans Siegmund Jozef 1661 10-7-1720 zoon
1720-1761 Adam Frans Anton 11-5-1761 zoon
1761-1762 Karel Albrecht 1723 27-7-1762 zoon
1762-1781 Johan Nepomuk 1723 15-7-1781 broer
1781-1790 Anton Jozef 1-3-1750 8-2-1790 zoon
1790-1806 Johan Nepomuk 6-7-1787 7-2-1846 zoon

Fugger-Babenhausen[bewerken | brontekst bewerken]

Anton Fugger kocht op 3 juli 1538 van de graven van Rechberg een helft van de heerlijkheid Babenhausen met Brandenburg. Op 23 januari 1539 wordt de andere helft gekocht. Babenhausen werd de kern van een gebied voor Jacob Fugger, de jongste zoon van Anton Fugger. Een eerste stap was het losmaken van de banden tussen Babenhausen van het hertogdom Württemberg. Verder kwamen Schmiechen, Markt Biberbach en Gablingen aan deze tak. In 1547 werd Rettenbach van een hospitaal in Memmingen verworven. In hetzelfde jaar wordt Pleß verworven, dat in 1719 aan het kartuizerklooster Buxheim wordt verkocht onder behoud van de landshoogheid. In 1551 werd Boos gekocht van de familie Stebenhaber en in 1558 Kettershausen van het bisdom Augsburg. De heerlijkheid Wellenburg wordt in 1595 gekocht van de familie Ungnad. In 1660 werd Wald verworven.

Op 1 augustus 1803 werd het graafschap Fugger-Babenhausen tot rijksvorstendom verheven. Het was de wens van de keizer dat er ook een zetel in de raad van de rijksvorsten in de Rijksdag zou worden toegekend. Dit voornemen werd ingehaald door het einde van het Heilige Roomse Rijk in 1806.

Bezit:

  • hoofdambt Babenhausen
  • hoofdambt Boos
  • hoofdambt Markt Biberbach
  • pleegambt Wellenburg
  • pleegambt Kettershausen
  • pleegambt Rettenbach
  • pleegambt Gablingen
  • pleegambt Wald

Regenten

Van 1693 tot 1759 was er een jongere zijtak te Boos

regering naam geboren overleden familie
1598-1633 Johan IV 1-6-1583 28-4-1633
1633-1685 Johan Frans 5-9-1613 1-12-1685 zoon
1685-1696 Siegmund Jozef 15-8-1654 30-1-1696 zoon
1685-1693 Johan Rudolf 22-5-1658 14-2-1693 broer
1693-1724 Rupert Jozef Anton 17-7-1683 19-1-1724 zoon
1724-1758 Frans Karel 31-5-1712 5-12-1758 zoon
1759-1793 Anselm Jozef 14-8-1729 7-7-1793 kleinzoon van Johan Rudolf
1793-1806 Anselm Maria 1-7-1766 20-11-1821 zoon

Fugger-Glött[bewerken | brontekst bewerken]

Johann Ernst Fugger stichtte de linie te Glött met bezittingen die tussen 1533 en 1621 door de familie gekocht waren. (Glött in 1537). De heerlijkheid Glött lag binnen het markgraafschap Burgau, maar had wel landsheerlijke rechten.

Bezit:

  • pleegambt Glött
  • hoofdambt Oberndorf

Regenten:

regering naam geboren overleden familie
1598-1615 Christof I 11-11-1566 29-12-1615
1615-1628 Johan Ernst 24-7-1590 20-12-1628 zoon
1615-1644 Otto Hendrik 12-10-1644 broer
1628-1666 Christof Rudolf 8-2-1615 5-11-1666 zoon van Johan Ernst
1666-1711 Frans Ernst 18-9-1648 14-3-1711 zoon
1711-1745 Anton Ernst 15-5-1681 24-5-1745 zoon
1745-1763 Sebastiaan Xavier 27-1-1715 1-9-1763 zoon
1763-1804 Leopold Vitus 10-9-1804 zoon
1763-1806 Jozef Sebastiaan Eligius 1-12-1749 10-9-1826 broer

Fugger-Kirchheim[bewerken | brontekst bewerken]

Kirchheim werd in 1551 door de familie Fugger van de familie Hürnheim gekocht.

Bezit:

  • hoofdambt Kirchheim

Regenten

regering naam geboren overleden familie
1560-1598 Johan III 4-9-1531 19-4-1598
1598-1614 Marcus III (Marx) 1564 11-12-1614 zoon
1614-1638 Johan IV 15-4-1638 zoon
1638-1672 Johan Eusebius 11-3-1672 zoon
1672-1693 Boneventura 13-12-1693 achterkleinzoon van Johan III
1693-1731 Johan Maximiliaan Jozef 18-11-1731 zoon
1731-1764 Cajetan Jozef 26-3-1764 zoon
1764-1780 Jozef Dominicus 27-1-1730 30-3-1780 zoon
1780-1806 Jozef Hugo 15-5-1763 3-5-1840 zoon

Fugger-Nordendorf[bewerken | brontekst bewerken]

In 1580 werd Nordendorf door de familie Fugger verworven. Na het uitsterven van de tak Nordendorf in 1676, kwam het aan de tak in Wörth. In 1723 werd Wörth verkocht.

Bezit:

  • hoofdambt Nordendorf

Regenten

regering naam geboren overleden familie
1560-1597 Marcus II (Marx) 14-2-1529 18-4-1597
1597-1611 Georg III 1560 1611 zoon
1597-1616 Anton III 1563 27-7-1616 broer
1597-1601 Philips 1567 2-4-1601 broer
1597-1614 Albrecht I 1574 5-2-1614 broer
1614-1639 Frans 7-4-1639 zoon
1616-1669 Maximiliaan 12-1-1669 zoon van Anton III
1669-1677 Sebastiaan 20-7-1677 tak Wörth
1677-1710 Marquard Eustatius 1710 zoon
1710-1784 Johan Karel 22-11-1709 12-1-1784 zoon
1784-1806 Karel Anton 24-12-1776 13-6-1848 zoon

Fugger-Mickhausen[bewerken | brontekst bewerken]

Mickhausen werd in 1528 door de familie Fugger veworven. De tak Mickhausen sterft in 1804 uit, waarna de bezittingen aan Fugger-Nordendorf vallen.

Bezit:

  • pleegambt Mickhausen

Regenten

regering naam geboren overleden familie
1644-1701 Paul 13-10-1637 27-4-1701
1701-1708 Karel Jozef (Maximiliaan Paris) 1674 10-1-1708 zoon
1708-1779 Johan Lodewijk 1700 17-12-1779 zoon
1779-1804 Jozef Frans 18-9-1731 16-7-1804 zoon

Fugger-Wasserburg[bewerken | brontekst bewerken]

zie heerlijkheid Wasserburg

Fugger (familiestichting)[bewerken | brontekst bewerken]

Onder de familiestichting viel het in 1541 verworven hoofdvoogdijambt Waltenhausen en het in 1613 verworven pleegambt Laugna.

Het einde van het land[bewerken | brontekst bewerken]

Volgens artikel 8 van de Vrede van Presburg van 26 december 1805 werd het markgraafschap Burgau door Oostenrijk aan het koninkrijk Beieren afgestaan. Dit betekende dat de politieke relatie die de gebieden van Fugger binnen de Oostenrijkse Kreits met Oostenrijk hadden, overging op Beieren.

Artikel 24 van de Rijnbondakte van 12 juli 1806 stelde de bezittingen van de vorsten en graven Fugger onder de soevereiniteit van het koninkrijk Beieren: de mediatisering.

Bij het grensverdrag tussen de koninkrijken Beieren en Württemberg van 18 mei 1810 werd dat deel van de voormalige landen van Fugger die ten westen van de Iller lag aan Württemberg overgedragen (Kirchberg, Dietenheim, Brandenburg). Het betrof gebieden van Fugger-Kirchberg-Weißenhorn en Fugger-Nordendorf.

Zie de categorie House of Fugger van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.