Centrale Vilvoorde

Centrale Vilvoorde
Ligging
Centrale Vilvoorde (Vlaams-Brabant)
Centrale Vilvoorde
Land Vlag van België België
Locatie Vilvoorde
Coördinaten 50° 57′ NB, 4° 26′ OL
Techniek
Primaire brandstof aardgas
Secundaire brandstof stookolie
Operationeel
Inbedrijfname 1959
Eigenaar Electrabel

Centrale Vilvoorde, vroeger Verbrande Brug, is een elektriciteitscentrale op aardgas aan de Zenne en een zij-arm van het Zeekanaal Brussel-Schelde in Vilvoorde.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Uitbouw van de centrale[bewerken | brontekst bewerken]

De stroomcentrale werd vanaf 1958 gebouwd door Interbrabant. In een eerste eenheid (1959) werd magere steenkool verbrand en in de tweede (1961) zeer zware stookolie.[1] De ketels werden geschikt gemaakt voor cokesgas van de drie nabijgelegen fabrieken (1963-64) en de centrale werd uitgebreid met een derde eenheid (1965). Ze kreeg twee koeltorens van 77 meter hoog. In de jaren 70 werd Verbrande Brug een volledig polyvalente centrale die op gas, olie en steenkool kon draaien. In de praktijk werd vooral gestookt met per trein aangevoerde steenkool.

Explosie in 1982[bewerken | brontekst bewerken]

Op 4 augustus 1982 leidde een storing bij het testen van de nieuwe kerncentrale Doel 3 tot een netuitval. Door deze blackout deed er zich een explosie voor in de centrale van Vilvoorde, waarbij de turbo-alternator van de derde eenheid vernield werd en brokstukken van de turbine door het dak gekatapulteerd werden.[2]

Afbouw van de capaciteit[bewerken | brontekst bewerken]

In 1999-2001 stelde Electrabel de groepen 1 en 2 buiten gebruik. Ze werden gesloopt, te beginnen met de drie schoorstenen. De overblijvende eenheid werd vervangen door een moderne stoom- en gascentrale met een elektrisch vermogen van 385 MW. Vanuit de controlezaal kon Electrabel op afstand de centrales van Drogenbos en Schaarbeek aansturen.

Verkoop aan E.ON en verdere afbouw[bewerken | brontekst bewerken]

In 2009 nam E.ON Vilvoorde over in het kader van een grotere ruiloperatie met Electrabel.[3] Drie jaar later kondigde het Duitse bedrijf aan dat de centrale niet rendabel was en op non-actief zou worden geplaatst. Uiteindelijk konden 10 van de 38 werknemers toch aan de slag blijven omdat de eenheid, herleid tot een open cyclus van 265 MW, werd opgenomen in de strategische reserve (2014). Met de andere thermische centrales van E.ON werd Vilvoorde ondergebracht bij Uniper (een dochterbedrijf van E.ON) dat in 2017 de gascentrale verkocht aan het Bulgaarse bedrijf Energy Market.[4]

Project voor een nieuwe centrale[bewerken | brontekst bewerken]

In 2020 kocht Engie Electrabel de site van de elektriciteitscentrale van Vilvoorde terug, met plannen om er een volledig nieuwe centrale te bouwen. Op 23 juli 2021 raakte bekend dat de provincie Vlaams-Brabant, verantwoordelijk voor de omgevingsvergunning voor deze elektriciteitscentrale, de vergunningsaanvraag van Engie weigerde[5], ondanks positieve adviezen van de eigen administratie.[6] De nieuwe centrale was door Engie als kandidaat ingeschreven voor de federale veiling van subsidies ter ondersteuning van de kernuitstap in 2025. Engie ging in beroep bij Vlaams minister Demir met een licht gewijzigd dossier, die op haar beurt de vergunning weigerde in oktober 2021.[7] Het nieuws van de weigering werd echter pas publiek gemaakt op 9 november 2021, 10 dagen nadat de federale regering steun door middel van subsidies had toegekend aan het project voor de nieuwe centrale in Vilvoorde.[8] Engie kondigde vervolgens aan een nieuwe vergunningsaanvraag voor te bereiden.

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • L. Novgorodsky, "La centrale thermique de Pont-Brûlé, érigée par la société 'Interbrabant'", in: La technique des travaux, maart-april 1961, p. 92-110

Voetnoten[bewerken | brontekst bewerken]